- 2 -
De voorzitter zegt dat hij enigd tijd geleden hij geruchten
gehoord had flat de heer de Rooij het huisje had gekocht,en dit
wilde verhuren.
De voorzitter zegt de heer de Rooij telefonisch gevraagd te
hebben of daze op de hoogte was van de beperking,
De heer de Rooij was,aldus de voorzittervan de beperking
niet op de hoogte.De voorzitter zegt dat de Rooij toen naar de heer
Bandsma is gegaan en tegen de heer Bandsma gezegd heeft een kat in
de zak gekocht te hebben,omdat het huisje persé aan een woning
noodgeval verhuurd moest worden.
De voorzitter zegt dat deze moeilijkheden zijn ontstaan om
dat de heer Bandsma persé een bepaald bedrag voor het huisje wilde
hebben.
De voorzitter zegt,dat wanneer het huisje nu niet weg gaat,
de hele zaak op de lange baan wordt geschoven.Het huisje gaat dan
nooit weg,aldus de voorzitter.
De voorzitter zegt dat de heer v.d.Bergh het verzoek heeft
gedaan om het gymnastieklokaal in de stad te mogen gebruiken voor
zijn leerlingen.
Aanvankelijk stonden burgemeester en wethouders hier posi-
toef tegenover zegt de voorzitter.Doch bij nader inzien,aldus de
voorzitterwas dit onmogelijk.Indien de leerlingen met de fiets
van de Stadsendijk naar het gymnastieklokaal zouden moeten komen,
zou er te weinig van het lesuur overblijver/^an zou dit f.2.200,
per jaar gaan kosten.Dit zou dus veel te duur worden,meent de voor
zitter. indien men een bus zou moeten laten rijden
De voorzitter zegt dat toen de gedachte is opgekomen het
huisje tor beschikking te stellen als noodlokaal.Het gymnastieklo
kaal van de school aan de Stadsendijk,dat thans in gebruik is als
leslokaal,zou dan vrij komen,aldus de voorzitter.Hierdoor zou men
dus f.2.200,aan buskoston kunnen besparen.
Het opbouwen en het afbreken van het huisje kost volgens de
voorzitter f.700,6 f.800,
Voor het gymnastieklokaal van de school aan de Stadsendijk
ontvangt de gemeentewanneer dit aldus in gebruik is,een algemene
uitkering op hoofdstuk VIII van de begroting.
Maar,zegt de voorzitter,om het houten huisje als noodlo-
kaal in gebruik te nemen,was toestemming van de Inspecteur nodig.
De Inspecteur vond de voorgestelde regeling geen ongunstige
gang van zaken maar de Inspecteur was van mening dat aan een lokaal
voor handenarbeid meer behoefte bestond.De Inspecteur was genegen
de daarvoor vereiste ontheffing te verlenen,aldus de voorzitter.
Wat de huisvesting van openbare werken betreft,is de voor
zitter het met de heer Schuil eens.De voorzitter vindt dat het ge
bruik door verenigingen ook een reële mogelijkheid is.
De voorzitter zegt dat de waarde van het huisje ongeveer
wel f.3.500,bedraagt.De voorzitter is van mening dat een make
laar dit wel weet.De makelaar heeft er toch ook f.3.500,voor be
taald,aldus de voorzitter.Bovendien heeft hij een kleine vergoeding
voor schilderwerk gegeven.
Spreker zegt,dat het onwettig is om het huisje te laten staan
Bovendien treedt op 1 oktober de woningwet buiten werking.De eige
naar van het huisje zal dan vrij zijn om het te verhuren of te ver
kopen.Burgemeester en wethouders kunnen dan alleen nog maar toewij
zingen doen met betrekking tot het gemeentelijk woningbezitaldus
de voorzitter.Spreker zegt dat burgemeester en wethouders het huis
je nu weg willen hebben, omdat er nu nog kans is.De voorzitter zegt
dat de raad het voorstel moet aannemen óf verwerpen.
De heer Kamp is van mening dat de gemeente het huisje niet
moet kopan.Spreker vindt dat burgemeester en wethouders het voorstel
terug moeten nemen.Ook de eigenaar de Rooij aanschrijven om het
huisje af te breken is volgens spreker niet billijk.
De heer Kamp vraagt waarom het een bezwaar is dat de heer de
Rooij het huisje verhuurd»