- 6 Pan vraagt en verkrijgt men antwoord. Dan is er wisselwerking tussen bestuurder en bestuurde. Dan doe je het samen, overheid en gemeente. En eerst dan is het goed. Het absoluut goede zal uiteraard ook in J^zen niet wo den bereikt.Het is en blijft een streven, een zijn bestdoen en ongetwijfeld worden in de uitoefening van dat gezag fouten en miSSrePMaof waf vin wezenlijke weerde daarin is en ook als zo- danig door de buitenstaander wordt ervaren, leeft en iunctio n0ürt' Wij zijn dankbaar dat gezag zich in vrijheid harmonisch te zien ontwikkelen. r,-:0n Wii zijn dankbaar dat in deze gemeente te mogen zien. Een enkel woord tot de secretaris, de ambtenaren en de overige medewerkers. +r.-Xrc,y, De tijd welke wij tegemoet gaan zal staan in het te^.n van een nieuwe vormgeving, passend in de ontwikkeling van i streek.mede mogerL arbeiden aan deze nieuwe vormgeving vergt van ons allen oen positieve instelling en een sterke inzet van onze werkkracht. +nolr(.m.i Indien wij dit gestalte weten te geven houdt de toekomst beloften in voor ons zakelijk en persoonlijk leven. Dan zullen wij ervaren hoe voldoening gevend het is^aar- in mee te mogen werken.Hoe jezelf daarin groeit.i oe je dat ie leven meer zin en inhoud heeft. Ik doe een beroep op u vertrouwen te schenken en te wil len ontvangen en vastberaden door de werken aan het gebouw dat de toekomst voor Willemstad heeft getekend. Tenslotte nog een woord tot onze Belgische vriend Kort na mijn benoeming mocht ik door de goede zorg van de gemeentesecretaris een door hom Sesehroven werk ontvangen over de historie van deze stad.Daarin las ik het as^Udr RWus 127 van de ramp als gevolg van oorlogshandelingen van de Rht.nus IJ/1, waarbij velen van de zich daarop bevindende Belgische soldaten het lev^ ^ton^H vaderland hadden verde digd tegen een brute overvaller.Het verhaal riep mij m herinne ring het gedicht dat pater Titus Brandsma in 1942 schreef in de Scheveningse gevangenis: Het derde en het laatste couplet daar van luiden: Ik ben gelukkig in mijn leed, Omdat ik dit geen leed meer weet, Maar 't alleruitverkorenst lot, Dat mij vereent met u, o God. Want Gij o Jezus, zijt bij mij, Ik was u nimmer zo nabij, Blijf bij mij, bij mij, Jezus zoet, Uw bijzijn maakt mij alles goed. Ik dank u voor uw aandacht. Hierna spreekt de heer i lunters als volgt ■Ruro-emeester.Mevrouw ReindersDames en Heren. Burgemeester bij Uw entree Uw installatie tot eerste burger van de femeente Willemstad mag ik namens de gehele raad een welkoms- woord tot U richten. 7

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1969 | | pagina 40