- 10 - Antwoord voorzitter: Ten aanzien van de plannen,waarbij de oostelijke buitengronden betrok ken zijn hebben wij onderhandelingen gevoerd met de provinciale planolo gische dienst en onze stedebouwkundige.Dit als gevolg van een bespreking van de plannen in de recreatiecommissie. Een globale opzet van de mogelijkheden ter plaatsesamen te stellen door het stedebouwkundigebureau,zullen aan de Generale-directie van Rijkswa terstaat worden voorgelegd. De voorzitter zegt verder dat er 2 soorten van recreatie zijn n.l. de massa-recreatie en meer de recreatie met de bedoeling om de mensen rust te geven.Wat betreft de massa-recreatie meent de rijkswaterstaat cok be zwaren te moeten maken,zulks in verband met de drukke scheepvaart op het Hollands Diep. De industrie aan Moerdijk speelt geen rol,de Shell zal geen hinder hebben van onze recreatie. De heer Kamp heeft de volgende vragen gesteld: Gaarne mededelingen omtrent het Komplan I (Achterstraat)bouw bejaar denwoningen etc. Antwoord voorzitter^ Het Komplan I (Achterstraat) werd goedgekeurd bij besluit van Ged. Staten van Iioord-Brabant dd. 4 december 1968. In verband met de opmerkingen van Gedeputeerde Staten met betrekking tot de niet economische opzet van het plan,hebben burgemeester en wet houders het besluit gezonden aan de stedebouwkundige, Ir. Margry, om een kostprijsberekening op te stellen en na te gaan in hoeverre het plan economische moeilijkheden kan opleveren. De voorzitter zegt verder dat bij de vaststelling van een plan er een bepaalde bestemming op een gebied gelegd wordt.Het is/zo dat dan de ge meente deze plannen uit moet voeren, iedereen mag dan overeenkomstig de aangegeven bestemming dit doen. In de circulaire van de S.0.IT.M.0. wordt er een mededeling gedaan dat in de jaren 1961 en 1964 er evenals in 1968 aan de gemeenteraden een advies is gezonden met betrekking tot subsidiëring van harmonie- en fanfaregezelschappen. In 1964 was ik lid van de raad.Tot mijn grote verwondering is er in de raadsmap nooit een schrijven van voormelde stichting ter inzage gelegd in het jaar 1964* Gaarne zou ik de reden hiervan vernemen.Ik dacht dat het gebruikelijk uras dat wanneer er aan de gemeenteraad een schrijven wordt gericht de raadsleden hier toch wel kennis van mogen hebben. Daar het laatste advies van 1955 dateert ben ik van mening dat aan het fanfare-korps O.B.K. door een grove verwaarlozing van de taak van het College schade is berokkend. Antwoord voorzitter: Thans kan moeilijk meer worden nagegaan, waar om een circulaire van de Stichting Overkoepeling Eederlandse Muziek Organisaties in de jaren 1961 en 1964 niet ter tafel van de raad zijn gebracht. Uit het desbetreffende dossier blijkt niet dat deze circulaires zijn binnengekomen.Wel is daarin vanaf 1956 allerlei andere correspondentie tussen O.B.K. en de gemeente te vinden. De voorzitter zegt dat het altijd nog een advies is en dat de raad dus vrij is dit advies te volgen.Dat er in financieel opzicht schade berok kend is aan het fanfare-korps O.B.K. door grove verwaarlozing van de taak van burgemeester en wethouders is volgens mij nogal veel gezegd. De heer Schuil zegt dat de nieuwe adviezen van november 1968 dateren. De voorzitter zegt dat deze eind december bij de gemeentebesturen binnen gekomen zijn. In de jongstleden gehouden raadsvergadering heb ik gevraagd of de be grotingswijziging ter zake van de subsidiëring van fanfare-drumband O.B.K. reeds naar Gedeputeerde Staten is gezonden.Yan U zou ik een schriftelijke mededeling ontvangen of dit wel,zoniet is gebeurd.Ik bedoel hiermede per

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1969 | | pagina 10