-4-
Wij weigeren aan te nemen dat het zolang moest duren en voorshands menen
wij dat de "betrokken overheidsinstantie zich diep dient te schamen en maar
eens moet bedenken dat zij qua dienstverlening aan de gemeenschap wel zeer
ernstig is tekort geschoten. Als wij het bestuur van de gemeente nog eens
aan een kritische beoordeling onderworpen dan zijn er verheugende, maar
ook minder aangename zaken waar te nemen met daarnaast nog een zeker aantal
wenselijkheden onzerzijds. Als verheugende lichtpunten willen wij aanmer-
kens
1de langzamerhand behoorlijk op gang komende woningbouw en de naderende
afronding van de kom ïïelwijk;
2. de sanering van de straten in Willemstad, waarbij het verhardingsmateri-
aal echter lang niet altijd onze waardering kan wegdragen. Wij hebben
een open oog voor de historische waarde van de stad, maar wij hebben
geen behoefte aan 3traten, opgebouwd uit versleten materialen. Straat
werk van oude materialen is vaak duurder en het resultaat is teleurstel
lend
3. het besluit om de gronden voor het oostplan nu reeds te bestemmen waar
door de grondaankoop daar straks na goedkeuring van het plan door de o-
verheid al spoedig mogelijk wordt. De voortgaande stijging van de grond
prijzen wettigt ons verlangen dat het college spoed maakt met de aankoop
van de gronden;
en 4. de gemeenschappelijke regeling voor de vuilophaaldienst welke een mo
derne toets aan het stadsleven gaf en het historische Karretje mer. paard
gelukkig liet verdwijnen.
Als minder aangename punten van het beleid zouden wij willen aanmerken;
1 de weinig zelfbewuste houding van het college bij de industrievestiging
Sneep. Het is hard het te moeten zeggen, maar de raad heeft daarvan geen
verheven indruk gekregen. Het argument van B. en Wen van de P.P.D. in
den Bosch is na de realisering van het project op de gewraakte plaats-
namelijk dat het de skyline van Willemstad ernstig zou verstoren een
slag in de lucht gebleken. Achteraf vragen wij ons met een gevleugeld
woord af "Moest dat nu zo". Dat het college met enige trots de opening
van de industrie ging verrichten, is wel een bewijs voor de gewijzigde
gedachtengang, maar het heeft de werkelijkheid wel enigermate geweid aan
gedaan;
2. de gang van zaken met betrekking tot de dienst openbare werken. Wij con
stateren; Sr is zeker veel meer verricht en het is beslist beter gegaan
den ooit, maar toch blijven wij ten aanzien van vele zaken onzeker. Wij
zullen met kritische blik de ontwikkeling blijven volgen. Waar wij nog
steeds groot bezwaar tegen hebben is de trage uitvoering van de wensen
van ie raad, welke in de openbare zitting worden geuit. Vaak komt het
helemaal niet tot uitvoering en moet het betrokken raadslid er^ nogmaals
op terug komen. Wij zouden willen zien dat het college hier ook betei
op zou letten.
In 't algemeen geloven wij dat de organisatie van openbare werken beter is
geregeld dan tot nu toe. Mogen wij in dit verband ook nog wijzen op de
plantsoenendienst.wij hebben de indruk dat men het niet meer af kan en
dat betreuren wij, omdat het onherroepelijk leidt tot een minder goede
verzorging van het geheel.
Komen wij tot alot tot onze wensen, dan willen wij;