- 15 -
■■ij zien feitelijk, dat er nog steeds leemten zijn welke er niet behoeven
te zijn. Uit de daden van het gemeentebestuur spreekt nog steeds een gebrek
aan geloof in de geplande opzet. Uij proeven nog teveel een wantrouwen in
de feitelijke noodzaak van diverse zaken, een nog te veel negatief staan
tegenover toekomstige ontwikkelingen in het Villemstadse beheersgebied.
Zo wordt het de hoogste tijd, dat de recreatieve ontwikkeling enige vooruitga]
gaat boeken. De gronden beoosten de stad hebben hun bestemming gekregen. Rest
nu de aankoop zelve. Eerst daarna kan er iets gebeuren. Uie de stormachtige
ontwikkeling op het gebied van de vrijetijdsbesteding het hoofd wil bieden en
er een graantje van mee wil pikken, moet nu spoedig iets ondernemen, en dat
is toch de bedoeling en de opzet van de ontwikkeling van onze stad
In de particuliere sfeer ziet men dat wel in en de stichting van "Camping
Bovensluis" is een stap op de goede weg. Waar blijft echter de gemeente
Wil men de mensen tijdens de weekeinden opnieuw zoet houden met een rond
vaartboot en een miserabel stukje zwembad met zonneweide Hier kan naar onze
mening wêl iets worden gedaan op een goedkope manier.
anneer eindelijk de jachthaven er komt en dat hopen wij nu maar van harte,
aan. ontstaat ook aan die zijde de gelegenheid om iets te ondernemen. Er staat
echter nog niets van op papier en dat wordt dus de hoogste tijd! Mogen wij
op spoed aandringen
In onze beschouwingen over 1964 uitten wij kritiek op de dienst Openbare
perken. Mogen wij zeggen, dat die kritiek nu ernstig is geworden Er is in
de afgelopen periode ook veel over gepraat. Raadsleden van diverse pluimage
hebben hun kritiek gespuid en hebben gemeend aanwijzingen te moeten geven,
welke moesten leiden naar een verbetering van de toestand. Wie het dagelijks
gemartel met de uitvoering van openbare werken moet aanzien, die kan weinig
goeds naar voren brengen.
Ondanks de raadsbesluiten tot het opknappen van enkele straten, is het maar
zo zo en wat gebeurt er aan de rest in feite. De toestand is afschuwelijk
en de vraag rijst of dit nu een verantwoorde besteding van gemeenschaps
gelden is en of wij wel langer achter dit beleid kunnen staan. V/ij hebben ons
in een vorige vergadering gedistantieerd van het beleid terzake de gemeente-
^jjke_ reinigingeen onderdeel van Openbare Werken. Wij zullen ons blijven
distantiëren zolang de zaak niet naar onze mening afdoende is geregeld,
•■ie zich nog achter dit beleid wil scharen, die mag dat voor wat ons betreft
verder blijven doen.
ij hebben met het oog op de vele kritiek terzake Openbare Verken veel be
zwaar tegen de houding van het College in deze. In feite wordt elke inter-
pellant in zekere mate in het gelijk gesteld, men belooft iets te zullen
ondernemen om tot verbetering van de toestand te geraken, maar heel vaak
zien wij, dat er in de loop van het zittingsjaar op terug moet worden gekomen.
De gelijkenis met het slaan op een zak met veren is groot. Het geeft geen
storend geluid en het veert terug, maar deze toestand tast in feite het gezag
van het College aan. De raad is per slot geen stel kwajongens.
Mogen wij terzake het hoofdstuk Volksgezondheid voorstellen, dat het college
het initiatief neemt om in het komende jaar volgens de "Doe het zelf" methode
de oude O.L.S. te metamorfoseren in een dragelijk gymnastieklokaal? Dit lijkt
ons de enige methode tot verwezenlijking van een dringende wens. Het gymnas-
tiekgebouw uit de seriebouw zal wel een fata morgana blijken te zijn.
Tot slot hopen wij, dat de vaak goede samenwerking met de C.H.U. en A.R.
raadsleden moge worden bestendigd. Er is in verschillende opzichten een over
brugging van de politieke standpunten mogelijk, welke een constrctieve bij
drage aan het gemeentelijke leven zal kunnen geven. Het verschil in politiek
opzicht blijkt vaak weg te vallen waar het gaat om de oplossing van reële
problemen.