- 14 -
Gezien tegen de achtergrond van al deze zo langzamerhand dringende behoef
ten betekent het een ernstige verschraling van de gemeentelijke overheids-
service, wanneer de inkomsten uit het gemeentefonds niet worden opgetrokken
tot een redelijk niveau.
Wat nu gebeurt is niets meer of minder dan een bestedingsbeperking van de
gemeentelijke investeringen. Het verwondert ons alleen, dat burgemeester
en wethouders nog niet zijn gekomen met voorstellen tot verhoging van en
kele gemeentelijke belastingen ter dekking van de tekorten, of komt dit
misschien nog wanneer deze begroting door Gedeputeerde Staten eens kritisch
wordt ontleed en met opmerkingen wordt terugontvangen
De kans van een belastingverhoging zit er dik in, dat is wel duidelijk. Een
belastingverhoging derhalve met als oorzaak een te kleine uitkering van het
gemeentefonds. De Minister zegt en becijfert, dat een verhoging er niet af
kan, maar mag hij eigenlijk wêl van zijn collega van Financiën die zelf met
royaal gebaar de belastingen verlaagt? Nu is zo'n belastingverlaging natuur
lijk prachtig, maar het wordt een bange klucht dat daardoor de gemeentelij
ke uitgaven op een zeer laag pitje komen te staan.
Tegen deze miserabele kabinetpolitiek past slechts een vlammend protest,
want vooralsnog schijnt de kamermeerderheid niet geneigd te zijn er iets aan
te doen, maar wandelt rustig onder het V.V.D.-juk door. Hoe lang nog
Bij een kritische beoordeling van het bestuur van deze gemeente zou ik wil
len constateren, dat er in verschillende sectoren van het beleid enig licht
gaat schijnen.
Dit is verheugend, al moeten wij daarbij direkt aantekenen, dat het ons in
vele opzichten nog veel te traag gaat.
Het structuurplan is nu zover, dat wij inzage mochten nemen in dit zo zeer
gewenste stuk.
'•/ij juichen toe, dat het er eindelijk is en vinden het in grote trekken een
zeer acceptabel plan, maar of dit ook zo door Gedeputeerde Staten zal worden
gezien, vragen wij ons ernstig af. Wij handhaven onze uitspraak tijdens de
informele bespreking, n.l. "dat Willemstad alle kanonnen dient te richten
op de veste van de P.P.D. in den Bosch, willen we een kansje hebben dat men
akkoord gaat". Toch moeten wij naar onze mening zo gauv mogelijk naar het
oostelijk uitbreidingsplan. Het plan Helwijk blijven wij zien als de grote
vergissing. Wanneer het hele geval zou kunnen worden verplaatst naar het
oostplan, dan zouden wij daar zonder meer mee instemmen. Er zitten teveel
moeilijke vraagstukken aan dit plan en \7ij vragen ons wel ernstig af of men
de problematiek indertijd wel goed voor ogen heeft gehad. Als gelet wordt op
de onmogelijke kosten welke straks zullen vallen op de riolering en vuilaf
voer naar het Hollands Diep, dan vragen wij ons in gemoede af of het eigen
lijk wel verantwoord is door te gaan met de bebouwing van het kerntje dat
op de kaart staat.
De industrievestiging ter plaatse "ons eigenlijk opgedrongen door Gedeputeer
de Staten bij gebrek aan beter" kont in de plaats van de geplande woning
bouw met alle gevolgen van dien, als b.v.s
1een situering vlak bij een woonwijk die men zich riant had voorgesteld,
maar juist door de industrievestiging een verarming ondergaatstraten
moeten smaller worden om tot een behoorlijke uitgifteprijs te komen, en
2. een hoge uitgifteprijs per m2 grond.
Het komt ons voor, dat dit alles bij een vroegtijdige planning vanuit de
boezem van het college beter tot zijn recht zou zijn gekomen.
V/at nu allemaal gebeurt draagt het karakter van overrompeld te zijn door de
feiten. Regeren is vooruitzien, maar is dg.t in het verleden wel gebeurd en
gebeurt dat nu wel in voldoende mate