- 10 -
Het college acht het niet uitgesloten, dat een ^"ta-l stenen autohoxen ge
bouwd kunnen v/orden, die door de gemeente in huur aan belangstellenden ter
beschikking kunnen worden gesteld.
In verband daarmede moeten burgemeester en wethouders adviseren het verzoek
van de heer D.van de Ree niet in te willigen.
De heer Kamp begrijpt, dat men het verzoek af wil wijzen. Spreker dringt
aan op spoed. De gemeente is al 3 jaar van plan om stenen autoboxen te
bouwen.
De voorzitter zegt, dat in de volgende raad een plan op tafel zal komen
voor de bouw van 4 stenen boxen aan het eind van de Kazernestraat tegen de
wal. Het plantsoentje moet evenwel blijven bestaan, zodat groen en bloemen
niet opgeofferd behoeven te worden. Als de mogelijkheid zich voordoet, moe
ten ook op andere plaatsen autoboxen worden gebouwd, b.v. in de Groenstraat,
op een plaats waar geen woningen meer kunnen worden gezet.
De voorzitter is het met de heer Kamp eens, dat de kolenschuur in de Groen
straat geen fraai gezicht biedt, maar de eigendom moet gerespecteerd worden.
De heer Schuil vraagt zich af of de boxen het uitzicht op de v;al niet zullen
schaden, gezien het advies van de architekt.
Voor van de Ree is dit voorstel waarschijnlijk wel gunstig. Spreker dringt
aan op een spoedige uitvoering. Het verzoek van de heer van de Ree stamt al
van september.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders het verzoek af te wijzen.
Vaststelling Aangezien jaarlijks vdo'r 1 maart het bedrag per leerling -vastgesteld
bedrag per moet worden, leggen burgemeester en wethouders een ontwerp-besluit over ex
leerling artikel 55bis der Lager Onderwijswet 1920.
voor 1965. Het college stelt voor overeenkomstig dit ontwerp-besluit het bedrag per
leerling voor het bijzonder onderwijs in deze gemeente voor het jaar 1965
vast te stellen op f. 62,79.
De heer Schuil zegt te zijn opgebeld door het hoofd van de school aan de
Stadsedijk. Deze klaagde, want het landelijk gemiddelde zou boven de f. 70,=
liggen. Spreker heeft geantwoord, dat het bedrag per leerling afhangt van
de uitgaven voor het openbaar onderwijs.
De voorzitter zegt, dat het bedrag van f. 62,79 niet hoog is, maar ook niet
te laag. Als de zaken worden bijgehouden, kan men met dit bedrag uitkomen.
Het gebeurt soms, dat men schade van het verleden moet inhalen, waardoor
het bedrag sterk stijgt. Ook de begrotingspositie van de gemeente moet in de
gaten worden gehouden.
De heer Schuil merkt op, dat, indien de uitgaven voor het openbaar onderwijs
te laag zouden zijn, het hoofd der school daarop moet worden gex/ezen.
De heer Dekkers brengt naar voren, dat het bedrag per leerling steeds stijgt.
Enkele jaren geleden was het f. 43,
De heer Koekkoek is van mening, dat het bedrag toch wel iets aan de lage
kant is. De onderwijs inspekties adviseren naar de f. 70,= toe te gaan. Voor
al reparaties vergen grote bedragen met het gevolg, dat de post leermiddulen
er onder moet lijden. Voor het volgend jaar moet hiermee wel rekening worden
gehouden. Het advies kwam nu te laat. Er is nog een achterdeurtje via de
vijfjaarlijkse afrekening.
De voorzitter vindt het onderwijs zeer belangrijk en zegt toe, dat het be-
drag per leerling volgend jaar nauwlettend zal worden bekeken.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 55bis,
eerste lid, der Lager Onderwijswet 1920, voor het jaar 1965 te bepalen op
f. 62,79.