Burgemeester en wethouders stellen voor het nodige krediet voor ver betering van genoemde straten te willen voteren en hen te machtigen voor de financiering een geldlening aan te trekken, alsmede te besluiten tot verhoging van de straatbelasting tot bovengenoemde percentages. De voorzitter zegt twee weken geleden in den Bosch te zijn geweest om te spreken over voorzieningen, die prioriteit genieten. Tijdens dit gesprek zijn de wensen van de gemeente heel uitputtend naar voren gebracht. De verbetering van de Groenstraat en het Molenpad is zeer urgent. Men gaf ons te verstaan, dat daarvoor dekkingsmiddelen zullen moeten worden gevonden door verhoging van de straatbelasting. Ons gesprek ging ook over andere plannen, tenderende in een verhoogde uitkering uit het gemeentefonds. Gede puteerde Staten willen dit wel bepleiten, maar de verzoeken hiertoe worden niet zonder meer gehonoreerd. De verzoeken stapelen zich op. De nieuwe wet op de financiële verhouding heeft een nadeliger strekking voor de gemeenten. We hebben ook gepleit, aldus de voorzitter, voor de uitbreiding van de dienst openbare werken. Men stelde voor dit in verschillende fasen te doen. De heer de Lint merkt op, dat de Kerkring en de Achterstraat niet worden genoemd in het voorstel van burgemeester en wethouders. De voorzitter zegt, dat de verbetering van deze straten is opgenomen in het rioleringsplan. De heer de Lint is geschrokken van het monnikenwerk, dat in de Kerkring wordt verricht. Gedeelten van de straat worden weer opgelapt met oude keien. Het zou beter zijn om alleen de putten op te halen. De voorzitter zegt, dat de straat tengevolge van de beschadigingen weer berijdbaar moest worden gemaakt. Dit werk moet worden gezien als het stoppen van een hemd, dat al lang afgedankt had moeten zijn. De heer Hartmans, gemeente-architekt, die bij de vergadering tegenwoordig is, merkt op, dat dit werk in het bestek is opgenomen. De ontstane sleuven moeten worden opgehaald. De heer Schuil vraagt, of hiervoor een verrekenbare post is ingesteld. De heer Hartmans antwoordt ontkennend. De gemeente schiet er financiëel niets mee op. De heer de Wit zegt te hebben gezien, dat verschillende gedeelten in de Groenstraat met oude keien worden bestraat. De voorzitter antwoordt, dat dit alleen bij de toegangen tot particuliere erven zal gebeuren. De heer Hartmans merkt op, dat hierdoor wordt voorkomen, dat de goot wordt stuk gereden. De heer de Wit vraagt, of er zoveel goede keien uit de Voorstraat beschik baar komen, dat daarmee de gehele Kerkring en een gedeelte van het Molenpad kan worden bestraat. De voorzitter verwacht dit wel. De heer de Lint vindt het beter, dat de keien aan de Kerkring tot de rooi lijn van de huizen wordt gelegd en dat het Molenpad van klinkers wordt voor zien. De heer Hartmans merkt op, dat het Molenpad bij de Kerkring maar 5 breed is. Om de overgang naar een andere straat duidelijker te markeren, is het beter in het Molenpad nog een stukje te bestraten met keien. De voorzitter zegt, dat dit detail nog nader zal worden bekeken. De heer Schuil vraagt, of de verhoging van de straatbelasting impliceert, dat Gedeputeerde Staten deze uitgaaf zullen goedkeuren. De voorzitter antwoordt, dat Gedeputeerde Staten met de uitgaaf reeds reke ning houden bij het opstellen van financieringsschema's.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1964 | | pagina 74