- 2 -
E£n van de fundamenten van wijs beleid is het zich bepalen bij het heden
in het licht van de toekomst.
Een tweede facet is de vraag welke rol de stedebouw speelt. IJ moet niet
verwachten, dat we de capaciteit bezitten om in koffiedik te kijken. Ook
willen we niet optreden als arbiter in geschillen. Het gaat er niet om of
iemand gelijk heeft.
De stedebouw is een greep naar de totaliteit. Als stedebouwkundigen moeten
we afstand weten te nemen.
We hebben geprobeerd alle beschikbare gegevens met elkaar in confrontatie
te brengen. Gestreefd is naar bondigheid, het naar voren laten treden van
de hoofdzaken.
Van groot belang om met het rapport te kunnen werken is het vormen van een
duidelijk beeld. Verder kan men afdalen in bijzonderheden.
We hebben gestreefd naar een samenvatting van de onderlinge betrekkingen en
wisselwerkingen
Een derde facet is het gevaar sommige dingen te overtrekken. Bijvoorbeeld
het pendelen werd gezien als een grote plaag, waarvoor geen middel slecht
genoeg werd bevonden om dit euvel te beperken.
Het is echter gebleken dat een zekere pendel in wezen niet alleen onvermij
delijk, maar ook gezond is mits de voordelen niet achterblijven bij de
nadelen.
Een evenwicht tussen de capaciteit van de woon- en werkgebieden is niet
nodig.
Voor de vestiging van industrie hebben we geen keuze gemaakt tussen de
Dintelmond en de Roodevaartmond. De vestiging hangt af van de ondernemers
en het is niet bekend wie dat zijn, m.a.w. over welke bedrijven het gaat.
Daarom wordt geadviseerd beide projecten te ontwikkelen.
De Roodevaartmond vergt hoge investeringen, zo veel zelfs dat het rijk zal
moeten bijdragen.
De Dintelmond heeft als nadeel dat er geen spoorwegverbinding is, het gebied
achter meer sluizen ligt en er minder goede wegen zijn.
Welk gebied zich het snelst zal ontwikkelen blijft nog een vraag. De ver
wachting is dat er zich bedrijven vestigen, die zich geleidelijk gaan ont
wikkelen.
We moeten voorzichtig zijn dat zich traag ontwikkelende gebieden worden
gesteund door groots opgezette steden.
Hierop komt Oranjestad ter sprake.
De heer Schut noemt als nadelen:
1Het projekt Oranjestad eist van de aanvang af een hoge woondruk, door
snel optredende bedrijfsvestigingen van arbeidsintensief karakter.
Aan deze voorwaarden kan niet worden voldaan.
2. Op korte afstand van de Dintelmond liggen verschillende woonkernen, die
reeds min of meer bestaande voorzieningen hebben, waarvan gebruik kan
worden gemaakt. Oranjestad zou aan de omringende gemeenten de kans op
verbetering van het eigen milieu ontnemen.
3. Voor de ontwikkeling van een stad moet ruimte zijn. Oranjestad ligt te
zeer opgesloten tussen de Zoomweg, de spoorweg en het Volkerak.
Bij onverwachte groei van de terreinbezetting en het f^rensisme is het
grondgebied te klein.
4. Binnen een dergelijk kader kan men niet op twee paarden wedden. Bij de
ontwikkeling van de stad zal men de industrie een halt moeten toeroepen.
5» De stad ligt onder de rook van de industrie.
Door vestiging van petrochemische bedrijven kan luchtvervuiling optreden.
- 3 -