- 5 -
Aangezien dokter Steenbeek in Willemstad de enige arts is, zal, indien tot
lijkschouwing moet worden overgegaan, hieraan niet kunnen worden voldaan
omdat hijna alle inwoners door dokter Steenbeek worden behandeld.
Dit kan in de praktijk moeilijkheden opleveren.
Vandaar dat het noodzakelijk is, dat een tweede lijkschouwer wordt aange
wezen.
In verband met het vertrek van de destijds aangewezen tweede lijkschouwer,
dokter J.A.M.Bron uit Fijnaart, naar Heerenveen, is door hem ontslag ge
vraagd als lijkschouwer dezer gemeente.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit ontslag op eervolle wijze met
ingang van 1 april 1964 te verlenen en met ingang van dezelfde datum zijn
opvolger, dokter J.Vermeulen te Fijnaart, tot lijkschouwer aan te wijzen.
Dokter Vermeulen heeft medegedeeld deze aanwijzing te zullen aanvaarden.
De raad besluit overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
aan dokter J.A.M.Bron met ingang van 1 april 1964 eervol ontslag te ver
lenen als gemeentelijk lijkschouwer en wijst met algehele stemmen dokter
J.Vermeulen met ingang van dezelfde datum als lijkschouwer dezer gemeente
aan.
Vaststelling
opcenten
hoofdsom per
sonele belas
ting.
Verg. art.101
en voorsch.ex
art.103 der
l.o.wet 1920
School met de
Bijbel Singel.
Verg. art.101
en voorsch.ex
art.103 der
l.o.wet 1920
Ver. H.C.S.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders het aantal opcenten op de hoofdsom der per
sonele belasting voor het belastingjaar 1 juni 1964 1 juni 19^5 vast te
stellen op 150.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders:!
1de vergoeding, als bedoeld in art. 101 der lager onderwijswet 1920,
over het jaar 1963 t.b.v. de Vereniging "School met de Bijbel",
vast te stellen op f. 4«735»53» zijnde 94 1/3 leerling f. 50,20;
2. aan het schoolbestuur alsnog te vergoeden een bedrag van f. 234,25
wegens te weinig genoten voorschot
3. het bedrag van het voorschot, bedoeld in art. 103, zesde lid, der
lager onderwijswet 1920, over het jaar 1964 t.b.v. genoemd school
bestuur vast te stellen op f, 5.485,48, zijnde 94 1/3 leerling
4 f. 58,15.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders:
1de vergoeding, als bedoeld in art. 101 der Lager onderwijswet 1920,
over het jaar 1963 t.b.v. de Vereniging voor Hervormd Christelijk
Schoolonderwijs, vast te stellen op f. 3.798,47, zijnde 75 2/3
leerlingen f. 50,20?
2. aan het schoolbestuur alsnog te vergoeden een bedrag van f. 100,93
wegens te weinig genoten voorschot;
3. het bedrag van het voorschot, bedoeld in art. 103, zesde lid, der
lager onderwijswet 1920, over het jaar 1964 t.b.v. genoemd school
bestuur vast te stellen op f. 4.400,02, zijnde 75 2/3 leerling
a f. 58,15.
- 6 -