- 3 -
kaboutergroep voor het jaar 1964 sen startsubsidie toe te kennen van
f. 200,en voor 1965 en volgende jaren een subsidie van f. 100,
De voorzitter deelt nog mede, dat tijdens de dodenherdenking op Tweede
Pinksterdag de autoriteiten een ere-saluut hebben gebracht aan de zeever
kenners en padvindsters voor de voorbeeldige wijze, waarop zij de kransen
hebben voorgedragen op het massagraf.
Benoeming In verband met het ontslag op eigen verzoek van de heer A. de Visser
havenmeester, als havenmeester is in "de Westhoek" van 24 april 1964 een oproep geplaatst
voor de vacante betrekking van havenmeester.
Er hebben zich 2 sollicitanten aangemeld, t.w. de heren:
G.B. den Hollander, Bovenkade 3
J.J. de Vos, Landpoortstraat 11
Het college van burgemeester en wethouders acht de heer den Hollander de
meest geschikte persoon, daar deze in de onmiddellijke nabijheid van de
haven woont en verder geen andere werkzaamheden verricht.
Het college stelt de raad voor de heer G.B, den Hollander in tijdelijke
dienst tot havenmeester te benoemen, voorshands tot 1 oktober a.s.
De heer A.Kamp heeft in de krant gelezen dat de heer den Hollander al be
noemd was.
De voorzitter zegt dat de heer de Visser niet langer havenmeester wilde
zijn. Het college van burgemeester en wethouders heeft de heer den Hollan
der toen tijdelijk benoemd in afwachting van de beslissing van de raad,
omdat de gemeente nu eenmaal niet zonder havenmeester kan zijn.
De heer W.J.Schuil meent te weten dat de tijdelijke benoeming van de
nieuwe havenmeester de periode van de heer de Visser heeft overbrugd en
vraagt of de financiële kant goed is geregeld.
De voorzitter zegt dat dit is geregeld.
Uit de gehouden schriftelijke stemming blijkt dat de heer G.B. den Hollan
der met algehele stemmen is benoemd.
De heer A. de Wit vraagt nog of de nieuwe havenmeester een uniformpet krijgt.
De voorzitter zegt dat voor een uniformpet zal worden gezorgd.
Onder overlegging van het advies van de Districtsinspekteur voor het
Brandweerwezen van 20 februari 1964» stellen burgemeester en wethouders
voor de verordening, regelende de vergoeding van het brandweerpersoneel
in die zin te wijzigen, dat het bedrag der vergoeding bij brand voor de
manschappen f. 4»-- per uur bedraagt.
De heer G.N. de Lint dacht dat in een vorige vergadering van de raad was
voorgesteld de uurvergoeding op f. 5,te bepalen.
De voorzitter is aanvankelijk van mening dat f. 5»te hoog is in verge
lijking met de uurvergoeding bij brand in andere gemeenten.
De heer J.A.Dekkers is van mening dat een hoger bedrag een stimulans kan
zijn om bij de brandweer te dienen.
De voorzitter stelt hierop voor de uurvergoeding te bepalen op f. 5,en
hierover het advies van de inspekteur van het brandweerwezen in te winnen.
De heer H.Grootenboer vraagt zich af of de brandweerlieden wel verzekerd
zijn, aangezien op de aan hun uitbetaalde vergoedingen geen sociale lasten
worden ingehouden.
De voorzitter zegt dat de brandweerlieden verzekerd zijn.
De heer A.Kamp merkt op dat de commandant en ondercommandant geen uurver
goeding genieten en vraagt of de vaste vergoeding, die zij genieten, kan
worden verhoogd.
- 4 -
vergoeding
brandweer
personeel.