- 1 - Notulen van de "besloten vergadering van de raad der gemeente Willem stad, gehouden op dinsdag 2 juni 1964 ten gemeentehuize. Voorzitter: de edelachtbare heer P.B.Bouman Jr. Sekretaris: de weledele heer K.Dane. Aanwezig de leden: J.A.Dekkers, C.P.Koekkoek, H.Grootenboer, W.J. Schuil, A.A.Kamp, G.N. de Lint en A.de Wit. -■ aar aanleiding van het punt 9 "Rekreatieplannen van het gemeente bestuur j aanleg jachthaven; aankoop gronden beoosten de stad", zegt de voorzitter het volgende: In het najaar van 1959» hij de oplevering van de Oostdijk, hebben burgemees ter en wethouders een onderhoud gehad met de dijkgraaf, de heer A.v.d.Hil. Deze laatste heeft toen gesuggereerd, dat de buitengronden bijzonder ge schikt zouden zijn voor de gemeente, om daar rekreatie-plannen te realiseren. Van onze zijde is toen gezegd: "Noemen jullie maar een prijs". Wij veronder stelden toen dat het waterschap De Striene deze gronden wel aan de gemeente wilde verkopen. Tijdens de daarna gehouden vergadering van het dagelijks bestuur van De Striene bleek, dat een deel van de aanwezigen v<5c5r verkoop was, maar dat een ander deèl er tegen was, omdat zij verwachtten, dat de grondprijzen vrij aanzienlijk zouden stijgen. Er is daarna door de gemeente een brief geschreven, waarin is gesteld, dat de gemeente eerste gegadigde wilde zijn. Dit is door de Striene bevestigd, Er zijn toen dingen gepasseerd, die volkomen in strijd waren met het zo juist gezegde. Van de zijde van De Striene is men namelijk in onderhande ling getreden met het Staatsbosbeheer over verkoop. Deze laatste instelling wilde de buitengronden in hun huidige toestand handhaven wegens de biolo gische waarde, die dit gebied heeft. Eigenlijk bij toeval hebben wij gemerkt, dat deze onderhandelingen plaats vonden. Ongeveer twee jaar geleden heb ik namelijk een onderhoud gehad met een reflectant voor de bouw van een kano- en jachtwerf aan de Bovensluis. Ik heb toen gezegd dat wij dit zouden toejuichen, maar dat wij deze gronden nog niet in ons bezit hadden, zodat hij zich hiervoor beter kon wenden tot De Striene. Betrokkene heeft dat gedaan, maar toen kwam aan het licht dat er verkoopsonderhandelingen aan de gang waren tussen De Striene en het Minis terie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen oftewel het Staatsbodbeheer. Wij waren hierover bijzonder ontevreden, omdat wij als eerste gegadigde in aanmerking wilden blijven komen en omdat dit op flagrante wijze inging tegen de afspraak. Wij zijn er toen achter gekomen, dat op de agenda van de ver gadering van hoofdingelanden van De Striene op 10 januari 19&3 in De Beurs te.Fijnaart als punt 10 voorkwam: "Verkoop buitengronden aan het Rijk". Wij hebben toen op het laatste moment onze toevlucht moeten nemen tot het doen informeren van erlcele hoofdingelanden over de gedane beloften. Het ge volg daarvan is geweest, dat op verzoek van verschillende hoofdingelanden in deze vergadering besloten is dit punt aan te houden. Van de zijde van het dagelijks bestuur werd toen de verklaring gegeven, dat er stukken over deze kwestie zouden zijn zoekgeraakt. Ik kan mij echter moeilijk voorstel en dat dergelijke stukken zo maar zoek raken. Het gevolg van dit alles is echter geweest dat de gemeente alsnog als eerste gegadigde is gehandhaafd. - 2 -

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1964 | | pagina 40