- 4 - Industrie- De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders wachten op de be vestiging slissing van Gedeputeerde Staten. De op 3 december 1963 door de raad ver- firma Sneep. leende bouwvergunning is met spoed ingestuurd naar Gedeputeerde Staten. Waarom, zo vraagt hij zich af, kunnen Gedeputeerde Staten niet op korte termijn antwoorden in een zaak, die voor de heer Sneep van vitaal belang is Op 15 april 1964 heeft wethouder Dekkers nog een onderhoud gehad met de heer van Lienden, naar aanleiding waarvan op 28 april 1964 aan de heer Sneep is voorgesteld zijn bedrijf te vestigen in het uitbreidingsplan Helwijk. Hiervoor zou dan een wijziging van het uitbreidingsplan nodig zijn. Burgemeester en wethouders dachten dat dit voor de heer Sneep een goede oplossing zou zijn, terwijl er dan tevens ruimte zou zijn voor en kele andere klein-industrieën. Er heeft zich reeds 1 candidaat gemeld. Bij het gehouden gesprek is echter gebleken, dat de heer Sneep er niet over denkt zijn zaak in Helwijk te stichten. De voorzitter acht echter het door de heer Sneep aangevoerde bezwaar, dat de bouwplaats te ver van zijn woonhuis zou zijn, helemaal niet onover- komenlijk. Dit sluit echter allemaal niet uit, dat de voorzitter vindt, dat er spoedig een beslissing van Gedeputeerde Staten moet komen, dit heeft al veel te lang geduurd, aldus spreker. De heer de Lint vraagt zich af of burgemeester en wethouders in de loop van de tijd van gedachten zijn veranderd of dat zij nog steeds afwijzend staan tegenover het verzoek van de heer Sneep. Indien burgemeester en wet houders overhellen naar het standpunt van de raad, dan moeten zij dit te kennen geven, want spreker gelooft dat, als burgemeester en wethouders achter de door de raad genomen beslissing staan, gedeputeerde staten ge makkelijker toe zullen stemmen. De voorzitter gelooft dit niet. Het is zonder meer een kwestie, dat Gede puteerde Staten al of niet hun fiat geven aan het raadsbesluit, waarbij een bouwvergunning ex art. 20 der Wederopbouwwet werd verleend. Zij hebben echter een alternatief gezocht voor de heer Sneep. Gedeputeerde Staten zijn zeker wel geneigd toe te stemmen in het stichten van een industrieterrein in Helwijk, waar dan ook uitbreidingsmogelijkheden voor de heer Sneep zullen zijn. De heer de Lint zegt, dat hij het bijna onmogelijk acht dit terrein te ont sluiten voor het zware verkeer, dat hier dan zeker zou gaan komen. De heer Schuil is met de voorzitter van mening, dat ook Gedeputeerde Staten graag een oplossing willen in deze zaak en ook graag zo spoedig mogelijk. De snelheid is zowel door de heer van Lienden als de heer Sneep benadrukt. De raad heeft indertijd uit armoede besloten het terrein aan het Steenpad toe te wijzen. Na verschillende manipulaties van burgemeester en wethouders en gemeente-ambtenaren komt men nu met het voorstel om het uitbreidingsplan Helwijk te wijzigen, zodat de heer Sneep zijn zaak daar kan vestigen. De spreker is voor een industrieterrein in Helwijk, maar dat is voor de heer Sneep nu geen oplossing. Het plan tot wijziging van het uitbreidings plan moet dan nog in de raad, het moet goedgekeurd worden en het terrein moet nog bouwrijp worden gemaakt, iets wat vooral in Willemstad erg lang duurt Waarom niet het terrein dat de raad heeft toegewezen Als de heer Sneep een zeer hoge som heeft geboden voor een terrein dicht bij de stad, dan moeten zijn argumenten om niet naar Helwijk te gaan, toch wel erg sterk zijn. De heer Sneep kennende moeten deze bezwaren voor hem toch wel zeer zwaar wegen. De heer Sneep wilde eerst zijn bedrijf stichten op een perceel aan de andere kant van het Steenpad.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1964 | | pagina 32