- 7 -
Mocht het vanavond toch niet gebeuren, mogen wij dan alstublieft op spoed
aandringen. Is het al niet mooi genoeg, dat dit tien jaar moet duren en dat
terwijl het college bij voortduring de steun had van een wethouder en een
sekretaris die deze zaak van haver tot goit hebben meegemaakt. Hoe bestaat
het toch dat indertijd de Bredasche Rechtbank sprak van vervaging van normen
door de toenmalige voorzitter en sekretaris. Hoo bestond het dan tenslotte
dat mr. Simons, de rechtskundig adviseur, herhaaldelijk moest aandringen op
toezending van de voor het onderzoek nodige bescheiden
Is dit nu een te dezer zake voortvarend beleid
"Het college procedeert liever een jaar langer dan in plaats van geen gericht
beleid te voeren, wetende de gemeente te benadelen", schrijft de propagandist
van de A.R.-partij. Wij vragen; Y/ordt de gemeente niet ieder jaar dat het
langer duurt benadeeld en is langer wachten verantwoord Y/ij vragen; Maak
spoedig een einde aan deze schandvlek! Wij hopen hier binnenkort meer uitvoe
rig op terug te komen.
Een derde beleidszaak die ik nog zou willen behandelen is de woningbouw in de
gemeente en de grondpolitiek.
Wij hebben in ons verkiezingspamflet geschreven over het plan Helwijk en wij
hebben ronduit te kennen gegeven dat wij er niet gelukkig mee zijn. Men heeft
ons daarop aangevallen en gezegd; "Ge hebt daar toch zelf ook vóór gestemd
indertijd". Wij vragen; "Is het een schande om te bekennen dat wij met dat
voorstemmen van toen nu niet meer bijster gelukkig zijn. Zijn de andere frak-
ties er wel gelukkig mee Y/ij hebben nog steeds de indruk dat men dat niet is.
De ene keer spreekt men echter van afronden van het plan Helwijk, een andere
keer heet het; de stad is volgebouwd en dus maar naar Helwijk met de woning
bouw. Y/eer een andere keer wordt gesproken van een uitbreidingsplan buiten de
stad met bestemming "bouw van bungalows". Y/at wil men nu eigenlijk Het is
klaarblijkelijk toch zo, dat er buiten de stad nog wel mogelijkheden zijn of
althans zullen worden geschapen voor de bouw van woningen door beter gesitu
eerden. Het schijnt echter stedebouwkundig gezien niet mogelijk te zijn ook
woningen voor de andere groepen meer naar de stad toe te bouwen. Die groepen
komen dus in Helwijk terecht en vinden daar een weinig leefbaar klimaat.
Als U de brochure van Drs. Zaat (uitgave van het prov. opbouworgaan) leest,
dan staat daar:
"1 Het is zeer de vraag of dergelijke miniatuurnederzettingen met eventuele
voorzieningen van zeer beperkte strekking nog wel op een passende wijze
aan de behoeften van de inwoners kan tegemoet komen.
2. De grens van economische leefbaarheid ligt bij 1000 inwoners.
3. Uit een oogpunt van algemeen sociaal belang roept de opbouw van verschei
dene gemeenten en het grote aantal vrij geïsoleerde zeer kleine nederzet
tingen bedenkingen op.
4. De kleine nederzettingen kunnen slechts in zeer geringe mate aan de eis
van een tot op zekere hoogte stedelijk uitgerust leefmilieu voldoen. Men
blijft er slechts door de nood gedwongen wonen.
Conclusie: Er zijn 2 mogelijkheden.
De kern Helwijk uitbreiden, maar dan ook zorgen voor een zekere leefbaarheid,
dus scholen (niet 1 school, zoals nu), sportveld, gymnastieklokaliteitwin
kelstand enz. enz.
Maar dat levert het niet denkbeeldige gevaar van een afstervende kern Willem
stad.
De andere mogelijkheid:
De kern Helwijk metterdaad afronden en voortaan bouwen meer bij de stad.
Mogen wij vragen stelt U hier een gericht beleid. Het is moeilijk, maar het
moet.