- 13 -
De voorzitter zegt, dat dit wel het geval zal zijn, let maar
eens op Woudrichem.
De heer de Lint is van mening, dat daar buiten de wallen meer
industrie is. Er werken daar volgens hem 3000 mensen.
De voorzitter kan dit niet geloven en zegt, dat spreker zich
waarschijnlijk vergist met een andere gemeente in die omgeving.
De heer Schuil had ook met de heer van Lienden, lid van Gedepu
teerde Staten, gesproken en is te weten gekomen, dat men van
die zijde bezig is ons in een nauw keurslijf te dwingen. Voor
het uitbreidingsplan Helwijk heeft men geen goed woord en de
kern mag ook niet uitgebreid worden. Men wil niks meer. Ik waar
schuw burgemeester en wethouders dan ook om alles nauwlettend na
te gaan en dat U op Uw hoede bent.
Wat betreft de bouw van de loods van de heer Sneep, zag hij pla
nologisch geen enkel bezwaar; wat betreft het scheppen van prece
denten kon hij het standpunt van burgemeester en wethouders
delen. Wil men een ander terrein, dan zou ik denken aan het ter
rein achter Zonnehoeve, dit is toch immers aangegeven voor bij
zondere doeleinden.
De voorzitter zegt, dat dit terrein bestemd is voor uitbreiding
van de sportmogelijkheden.
De heer Schuil zegt, dat er nu toch een sportveld aangelegd
wordt dat voor onze kleine gemeenschap toch groot genoeg is. Een
gymnastieklokaal op die plaats past in het geheel niet. De voor
zitter dacht meer aan een zwembad en tennisbanen.
De heer Schuil vond dit plan wel lofwaardig, maar hechtte er
weinig waarde aan.
De voorzitter was van mening, dat dit terrein in het geheel niet
geschikt zou zijn voor het plaatsen van een loods. Verder dient
dan het uitbreidingsplan gewijzigd te worden, hetgeen erg lang
duurt, zodat de heer Sneep op korte termijn nog niet geholpen
kan worden.
Burgemeester en wethouders hadden betrokkene gewezen op het ter
rein tegenover Helwijk. Hieraan is dit bezwaar verbonden, dat
men deze grond niet in eigendom heeft en dat men het ook niet
gemakkelijk in eigendom zal kunnen krijgen.
Hierna spreekt de heer Grootenboer het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
Na 1945 heeft men al dikwijls de uitroep gehoord: "Wij zijn
bevrijd, maar niet vrij".
Dit ondervindt men bijna dagelijks als Nederlander, maar ook als
inwoner van Willemstad.
Door de heer J.C.Sneep is op 5 september 1963 (niet op 10 okt.
1963) een bouwvergunning aangevraagd voor het bouwen van een
werkplaatshal op een door hem gekocht perceel grond, gelegen
aan de Steenpad te Willemstad.31 oktober 1963 heeft de heer Sneep
een afwijzende beschikking ontvangen van het college van burge
meester en wethouders te Willemstad. Met enige verontwaardiging
heeft ondergetekende kennis genomen van deze afwijzing. In de
afwijzing werd gesteld, dat deze door de heer Sneep gekochte
grond bestemd is voor landbouw, tuinbouw en veeteelt, waarop be
houdens nadere voorwaarden mag worden gesticht een agrarisch be
drijf. Mijnheer de Voorzitter, als de heer Sneep een fabriek had
willen bouwen, was ik het wel eens over deze afwijzing van bur
gemeester en wethouders.