- 6 - V/ij zijn in die mening gesterkt door de vele commentaren op de uitslag van deze wethoudersverkiezingen, waarender die der dagbladpers. Zo citeer ik hier een gedeelte van een artikel uit "de Bredasche Courant" van 5 septem ber 1962. "Bij de verdeling van wethouderszetels dient men er rekening mee te houden dat ze een afspiegeling vormt van de verhoudingen in de raad.Die wijsheid is niet alleen van ons "aldus het blad". Nog niet zo lang geleden heeft men haar kunnen lezen in het weekblad "Nederlandsche Gedachten", het officiële orgaan van de Anti-Revolutionaire Partij. Ieder die zich bezig houdt of moet houden met gemeentepolitiek weet toch, dat het dagelijks bestuur van een ge meente niet fungeert als een soort kabinet tegenover een volksvertegenwoordi ging, V/ij meenden dat dit een bij uitstek Nederlandse gedachte is. Wat gis teren te beleven viel in de raad van Willemstad doet de vraag rijzen of de vorming van staatsrechtelijke kennis en vooral ook gemeentelijke verantwoorde lijkheid door de beide landelijke protestantse politieke partijen nog niet wat krachtiger moet worden bevorderd in lagere regionen". Tot zover dit blad. De schrijver van dit artikel had onze gevoelens niet beter kunnen vertolken. V/ij kunnen slechts hopen dat de landelijke leiding van de C.H.ÏÏ. en A.R. cp het gebied van verantwoordelijkheid de lagere regionen voortaan beter instrueert Inmiddels is door deze verkiezing het college op een smalle basis komen te staan. Dit nu :.b ons inziens met het oog op de naaste toekomst volkomen fout. Bewust heeft men de raad hiermede in twee kampen verdeeld, terwijl juist een eendrachtige houding geboden zou zijn. Wij voelen het dus nog steeds zo, dat de P.v.d.A. bewust is buitengesloten. Vraag is dus of dit nu wel de juiste houding is. Er wordt blijkbaar geen conclusie meer getrokken wanneer de burge meester al jaren aandringt op voorsorteren voor de toekomst! V/il men het ver der maar alleen doen en daaraan dus geen brede basis geven Dan draagt men daarvoor ook zelf de volle verantwoordelijkheid. Een tweede belangrijk punt dat ik graag zou behandelen, mhr. de voorzitter, betreft de watersnoodfraude Ik citeer het verkiezingspamflet van de A.R.-partij; "Voorts vragen wij Uw aandacht voor de onverkwikkelijke watersnoodaffaire. Gesuggereerd wordt, dat het gemeentebestuur te dezer zake een doofpotpolitiek zou voeren. Niets is minder waar Het gemeentebestuur zoekt naar de voor Willemstad meest juiste oplossing. In de afgelopen zittingsperiode zou het bijzonder gemakkelijk zijn geweest een einde aan deze kwestie te maken. Maar het gemeentebestuur heeft dit doelbewust niet gewild. Het procedeert liever een jaar langer, om voor de gemeente de meest aanvaardbare oplossing te ver krijgen, dan om der wille van de zgn. doofpotpolitiek van de P.v.d.A. geengarkht beleid te voeren, wetende de gemeente daarmede te benadelen". Tot zover dit pamflet. Nu weet ieder in Willemstad dat de P.v.d.A. nu al meer dan 9 jaar "opening van van onder- zaken" vraagt. De P.v.d.A. heeft getracht een commissie/in het leven te roepen, zoek De P.v.d.A.-raadsleden hebben bij voortduring gevraagd "hoe zit het nu met die fraude-kwestie"Hun vragen was vergeefs. Er is geen opening van zaken geko*- men en er is geen commissie van onderzoek gekomen (men wilde dat niet), de vragen werden beantwoord met; "Wij zullen U zo spoedig mogelijk volledig in lichten, de zaak is in behandeling". Mijne heren, dit duurt zo al meer dan 9 jaren. Zit het nu in de doofpot, ja of nee Niet, geeft U dan vanavond nog opening van zaken, wij hebben onze nachtrust er voor over.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1963 | | pagina 6