- 9 - Knn de gemeente deze kwestie in 't algeneen bespoedigen door de over dracht eventueel zonder herstel van het wegdek plaats te doen vinden om daarna op korte termijn zelf tot herstel over te gaan Het college van burgemeester en wethouders heeft hierop schriftelijk ge- antv/oord als volgt: 1Door de heer Tange zijn 3 bouwaanvragen ingediend. 1e. Voor de bouw van een dubbele bungalow samen met de heer Blok uit Fijnaart, op een bouwterrein in plan Helwijk (sept.1962)5 2e. Voor de bouw van een enkele bungalow op een bouwterrein, deel uitmakende van de z.g. poortweide (9 mrt 1963)» en 3e. Voor de bouw van een bungalov/ op een bouwterrein aan de Folke Berna- dottelaan (23 juli 1963). In het eerste geval wensten de heren Blok en Tange een dubbele bungalow te bouwen op een bouwplaats in Helwijk. Het betrekkelijke bouwterrein was echter voor een ander doel bestemd dan voor de bouw van bungalows. Niettemin hebben wij de stedebouwkundige gevraagd of toepassing van arti kel 20 van de Wederopbouwwet (afwijking uitbreidingsplan) in dit geval verantwoord was en een redelijke kans op goedkeuring van Gedeputeerde Staten had. Het advies luidde negatief. Ook de Dienst Bouwtoezicht adviseerde geen bouwvergunning te verlenen, aangezien bungalows met platte daken ter plaatse - dicht onder de Helsendijk - niet thuis hoorden. Bovendien hebben de heer Tange en zijn adviseurs zich nimmer gerealiseerd, dat de minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid bij circulaire van 23 februari 1962 had bepaald, dat voor complexen van woningen, ook al bleven de kosten van elke afzonderlijke woning beneden de f.10.000,een centraal verleende rijksgoedkeuring nodig was. Nadat de heer Blok begin februari 1963 een huis aan de Folke Bernadottelaan had gekocht, moest de heer Tange afzien van zijn plan om een dubbele bungalow te bouwen en benaderde hij ons college over de mogelijkheid om op de z.g. poortweide een enkele bungalow te bouwen. Aangezien de bebouwingsvoorschriften, behorende bij het uitbrei dingsplan, zulks uitsluiten, hebben wij vooraf de stedebouwkundige geraadpleegd met name of hij bij toepassing van artikel 20 van de Yfederopbouwwet gunstig kon adviseren. De heer Ir.Margry verklaarde in principe bereid te zijn gunstig te adviseren t.a.v. de bouw van enige bungalows met platte daken. Voor het daarna door de heer Tange ingediende bouwplan had de heer Margry echter geen goed woord, in het bijzonder niet in ver band met de door de heer Tange uitgekozen plaats en de door hem voorgestelde verkaveling. Het bouwplan was kennelijk opgezet om te voorkomen, dat een centraal af te geven rijksgoedkeuring nodig zou zijn. Het aanzien van de woning droeg dan ook duidelijk de sporen van zeer ver doorgevoerde bezuiniging. De vorm van de ramen was onaan vaardbaar en de gevelindeling uitgesproken lelijk (alle buitenraam kozijnen hadden dezelfde vorm en maat) Het bouwplan voldeed niet aan de eisen, die in deze tijd aan de woningbouw gesteld moeten worden.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1963 | | pagina 54