- 5 - De heer C.P.Koekkoek merkt op dat "burgemeester Bouman "bij zijn komst ter stond met voortvarendheid te werk is gegaan, waarop de heer A. de Wit zegt de huidige "burgemeester niet te willen aanvallen. De heer J.A.Dekkers wijst er nog eens op dat ook de rijksaccountantsdienst er niet uit kon komen. De zaak is zeer ingewikkeld. Er werd gewerkt voor provincie, rijk, genie, in regie en in de vorm van aangenomen werk. De wethouder is zelf ook in de stukken gedoken, maar zag er uiteindelijk geen gat in. Op een vergadering met de N.V.Grontmij is ook de rijksaccountantsdienst aan wezig geweest. Zij konden geen definitieve cijfers verstrekken, die door be wijzen werden gedekt. De heer W.J.Schuil zegt dat de zaak te lang heeft geduurd. De heer J.A.Dekkers spr««kt dit pertinent tegen. De Rijksaccountantsdienst is reeds in 1954 net het onderzoek begonnen. Het heeft zo lang geduurd omdat zij er niet uit konden komen. De heer Schuil zegt dat de direktie toch verantwoordelijk is. De heer J.A.Dekkers wijst er op dat de gemeente eiser is en daarom de bewij zen moet leveren, hetgeen niet mogelijk is. De heer W.J.Schuil verwijt de heer Dekkers mandaten te hebben getekend, ter wijl hij wist dat er fraude werd gepleegd. De heer J.A.Dekkers zegt te hebben getekend omdat de rijksaccountantsdienst de zaak in onderzoek had en omdat er een verklaring van de direktie van de N.V.Grontmij aanwezig was, waaruit bleek dat de zaak in orde was. Toch had U niet moeten tekenen, aldus de heer Schuil. De heer J.A.Dekkers zegt dat dit een verschil van inzicht is. De heer G.N. de Lint dringt er op aan de gevoeligheden langzamerhand opzij te zetten. Spreker heeft de stukken gezien. Naar zijn overtuiging is de N.V. Grontmij wel degelijk aansprakelijk. Het is alleen moeilijk te bewijzen hoe groot de schuld is. Spreker zegt indertijd het requisitoir van de officier van justitie tegen de aannemer te hebben gehoord. Deze kwan tot vier of vijf verschillende bedragen. Hieruit blijkt dat het een zeer moeilijke kwestie is. De heer de Lint is geneigd achter de zaak een punt te zetten. We moeten nu alle gevoeligheden opzij zetten en bekijken, aldus spreker, of er een goede oplossing is. We kunnen geen bewijs meer leveren over de grootheid van het fraudebedrag. Het is jammer dat de brieven van prof.Simons niet op tijd werden beantwoord. Aangezien er geen kans is er meer uit te halen, moeten we een punt achter de zaak zetten, anders komen we er nooit uit. Het is erg be langrijk dat de tegenstellingen, die als gevolg van de watersnoodfraude zijn ontstaan, uit de weg worden geruimd. Ook dit laatste is een gemeente belang. De heer H.Grootenboer wijst er op dat de gemeente aan een deskundige, met name prof. Simons, advies heeft gevraagd. Dit advies is nu uitgebracht. Spreker acht het een gemeentebelang het advies te volgen. De voorzitter is blij dat de besprekingen in deze sfeer zijn gevoerd. U hebt Uw persoonlijke en Uw fractie-verantwoordelijkheid uitgesproken. Toen ik 4 jaar geleden in Willemstad kwam, aldus spreker, vroeg de heer de Wit mij of ik de scheuren uit het verleden wilde helpen dichten. Deze vraag was voor mij toen onbegrijpelijk. Men heeft mij dikwijls toegevoegd dat men mij geen verwijt maakte, maar de zaak geeft geen bevrediging. Dat beluister ik ook in de woorden van degenen, die v(5c5r de dading zijn. Ik betreur de ramp, maar nog meer de fraude, U als raadsleden moesten er wel steeds op terugkomen, omdat U ook verantwoorde lijkheid draagt. Ik doe een beroep op U dit geval te vergeten, al zal het wel een litteken achterlaten. De centrale accountantsdienst is twee jaar bezig geweest met een nauwlettend onderzoek, maar kon niet voldoende klaarheid in de zaak brengen.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1963 | | pagina 40