- 4 -
ik heb reeds in 1953 getracht de fraude te voorkonen, ik heb zelfs de aan-
nener gewaarschuwd, naar nen heeft niet naar nij willen luisteren.
Op slot van rekening wordt ons aangeraden een dading aan te gaan net de N.V.
Grontnij ondat er niet voldoende bewijzen op tafel kunnen worden gebracht.
Hoe is het nogelijk dat het Rijk verschillende posten net betrekking tot
watersnooduitgaven schrapt, ondat zij niet voor vergoeding in aannerking
konen, als er geen bewijs is.
We krijgen nu een laag bedrag. Het is juist het bedrag van de rente. Onze
p.v.d.a.-fractie kan er niet voor stennen.
De heer J.A.Dekkers vindt het janner dat deze fraude niet is voorkonen. Er
zijn uren, dagen en naanden aan besteed on de zaak uit te zoeken. Evenwel
zonder resultaat. De adviseur van de geneente, één van Nederlands beste
rechtskundigen, adviseert een dading aan te gaan.
In het belang van de geneente is het het beste de dading aan te gaan, hoewel
het ne persoonlijk niet ligt er voor te stennen.
De heer W.J.Schuil zegt dat nen hen zou kunnen verwijten tegen te stennen
wegens partij discipline. Spreker heeft er zelf goed over nagedacht en het
rapport van prof.Sinons goed gelezen. De zaak is niet opgelost. Eigenlijk is
hier sprake van afkoop en persoonlijk voelt de heer Schuil niets voor het
afkopen van de zaak. Spreker vindt het bedrag aan de lage kant, het betreft
slechts de rente.
De heer Schuil stelt voor on tegen het advies van de rechtskundige in een
procedure aan te gaan. Krijgen we ninder dan zijn we toch op een eerlijke
manier aan een eind gekomen. De gemeente noet proberen er uit te halen wat er
in zit. Het zal veel tijd kosten naar het is een gemeentebelang
De heer J.A.Dekkers vraagt op welke gronden de heer Schuil de N.V.Grontnij
aansprakelijk stelt.
De heer Schuil antwoordt; "Als ik als direktie voor een werk sta, dan ben ik
ook aansprakelijk".
Spreker nerkt op dat de heer Dekkers de direktie of het gemeentebestuur had
noeten waarschuwen of er anders het bijltje bij had moeten neerleggen.
De heer J.A.Dekkers zegt zich voldoende te hebben gedekt.
De heer C.P.Koekkoek zegt een klein beetje blij te zijn dat het zover is
dat een dading kan worden aangegaan. Ook de landsregering noet sons water in
de wijn doen, zoals bv. in de kwesties Nieuw-Guinea en de overdracht van de
grensgebieden aan Duitsland.
We zullen als a.r,-fractie voor de dading stennen, aldus spreker. Als we
overtuigd waren dat er neer uit te halen zou ziijn, zouden we dat beslist
proberen, al duurde het tien jaar. Maar we zijn er net prof. Sinons van over
tuigd dat er beslist niet neer uit te halen is. In geval de geneente gaat
procederen, zullen er grote moeilijkheden rijzen. Voor het voeren van een
procedure is nl. de goedkeuring nodig van Gedeputeerde Staten. Zij geven hun
fiat alleen als professor Sinons hierover gunstig adviseert. Stennen we
tegen, dan is het gevolg dat de dading en de procedure niet doorgaan. Is dat
dan een gemeentebelang Alles staat dan op losse schroeven en we noeten
toch eindelijk tot een oplossing konen.
De heer A.Kanp zegt uit de redeneringen te hebben begrepen dat de N.V.Gront
nij geen schuld heeft, naar wel f. 50.000,wil betalen. De N.V.Grontnij
noet wel degelijk schuldig zijn, anders zou er geen bod van f. 50.000,--
zijn gedaan.
De heer A. de Wit brengt nog naar voren dat prof. Sinons sons herhaaldelijk
on gegevens heeft noeten vragen. De geneente heeft volgens spreker dus niet
hard neegewerkt.