- 6 - De heer Schuil vraagt of het geen overweging verdient de straatverlichting en de verharding van het afgesloten pad te verwijderen. De voorzitter zegt deze zaak niet in details te kunnen beantwoorden. De heer G.N. de Lint zegt dat het pad open was voor de school. Er is nooit een servituut geweest ten bate van de nieuwe bewoners. De zaken liggen eigenlijk nog gekker, want de gemeente heeft indertijd grond verkocht aan de heer B, wetende dat de kans bestond dat de heer B. ingesloten zou kunnen raken. De voorzitter zegt met de betrokken heer 0. te hebben gesproken. Dat iemand, overigens juridisch terecht, de zaak afsluit, wil nog niet zeggen dat er met de menselijke welwillendheid een spelletje moet worden gespeeld. De voorzitter wil over deze zaak graag nog eens spreken met betrokkene. Mis set en is het mogelijk alle factoren voor te leggen aan een rechtskundige. De heer V.J.Schuil verwacht niet, dat een minnelijke regeling kan worden ge troffen en adviseert de verlichting en de verharding weg te nemen. De heer G.N. de Lint zou graag zien dat de gemeente het voetpad koopt als een minnelijke schikking onmogelijk blijkt. De heer J.A.Dekkers voelt meer voor huren van het pad, omdat in de toekomst de nieuw aan te leggen weg de situatie zal wijzigen. De heer G.N, de Lint kan zich hiermede verenigen als er maar wordt getracht de bewoners van de Polke Bernadottelaan een uitweg te geven. De heer W.J,Schuil heeft in het dagblad "De Rotterdammer" een stukje journa listiek gelezen over de toekomst van Willemstad. In het genoemde artikel staat o.a. dat Willemstad geen industrie wil. Is dit een raadsbesluit of een persoonlijke mening vraagt de heer Schuil. De voorzitter antwoordt dat niet alles wat journalisten schrijven woordelijk is gezegd. Zij maken dikwijls gebruik van een soort dichterlijke vrijheid. Als er wordt geschreven dat Willemstad geen industrie wil, betekent dit dat industrie-vestiging niet primair is. Volgens de plannen van het provinciaal bestuur gaat de bestemming van Willemstad in de richting van de rekreatie. Ook het opgemaakte survey gaat uit van de gedachte dat industrialisatie, gezien de ontwikkeling in het verleden en vooral ook gezien de grootscheepse plannen voor het mondingsgebied van de Dintel voor Willemstad,niet in de reële ontwikkelingslijn ligt. Slechts met de komst van enige bedrijven van meer verzorgende aard zou rekening gehouden kunnen worden. De heer W.J.Schuil vraagt of het geen aanbeveling zou verdienen de gehele in houd van het krantenartikel ter kennis van de bevolking te brengen, bij voorbeeld door middel van een forum. De voorzitter wil zeker de bevolking betrekken bij de toekomstplannen van Willemstad. Als dit niet gebeurt kan er een zekere spanning ontstaan tussen autochtonen en allochtonen. Spreker is blij met de publicatie van het W.E.B. en het sociologisch rapport van de Nederlands Hervormde Kerk. We moe ten echter nooit overgaan tot premature publicaties. Het is de heer W.J.Schuil opgevallen dat de Voorstraat wordt herstraat met nieuwe gele stenen, terwijl het toch de bedoeling was dat de straten zouden worden herzien na de uitvoering van het rioleringsplan. Wordt hier geen geld weggegooid De heer J.A.Dekkers zegt dat gele stenen moeilijk te krijgen zijn. Er is maar óen fabriek die ze kan leveren met een zeer lange levertijd. De stenen werden een jaar geleden al besteld. De voorzitter zegt dat over het rioleringsplan nog gesproken moet worden. Er bestaat een groot verschil tussen de prijs van de aannemer'en de begroting. De voorzitter zal nog gaan praten met de dienst aanvullende-civieltechnische werken om te trachten het werk in d.a.c.w.-verband uit te voeren.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1963 | | pagina 23