- 16 -
De ingebruikgeving zal natuurlijk moeten blijven binnen de grenzen van de
betamelijkheid.
De heer W.J.Schuil wil graag de verzekering hebben dat duidelijk een gemeen
telijk belang wordt gediend.
De voorzitter zegt dat dit in het antwoord naar voren is gekomen.
De heer A.Kamp vraagt hoe het komt dat er tussen de gebouwen van van Sprundel
en Wigant geen zand is gestrooid.
De voorzitter zegt hiervan niet op de hoogte te zijn
De heer A.Kamp zegt geen aanval te willen doen op de architekt en de gemeente
werkers, maar de sneeuw op de Helsendijk is niet voldoende bestreden.
De voorzitter zegt dat de Helsendijk in het begin misschien wat stiefmoeder
lijk bedeeld is. Later is hier meer aandacht aan besteed.
Spreker zegt opdracht te hebben gegeven om een nieuwe zandstrooier aan te
schaffen omdat dit hoogst noodzakelijk was.
De heer A.Kamp vraagt of men er aan gedacht heeft de gemeentewerkers een
koudetoeslag te geven.
De voorzitter zegt dat de Minister van Binnenlandse Zaken en de vakorganisa
ties voorgesteld hebben een uitkering ineens te verlenen van f. 35»
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad genoemd bedrag toe te kennen.
De heer W.J.Schuil heeft alle lof voor de architekt en de gemeentewerkers,
maar vraagt zich af of we tevreden moeten zijn. De bestrijding van sneeuw en
ijs moest op een primitieve manier gebeuren. Het aanschaffen van een nieuwe
zandstrooier valt toe te juichen. De sneeuwploeg is niet geschikt, zeker niet
voor de straten in de gemeente.
De voorzitter zegt dat men niet veel kan bereiken, alsmen niet over goed en
voldoende materiaal beschikt.
De heer J.A.Dekkers zegt dat we voor een enkele strenge winter geen voorzie
ningen kunnen treffen zoals bv. in Zwitserland het geval is.
De heer W.J.Schuil heeft in een verslag van de vergadering van het waterschap
"de Striene" gelezen dat de gemeente Willemstad reflectant is voor de buiten
dijkse gronden.
De voorzitter zegt dat de gemeente destijds een claim heeft gelegd op deze
gronden. De gemeente heeft getracht de buitendijkse gronden in z'n geheel te
kopen. Het waterschap de Striene voelde hiervoor niet veel, aangezien men
een waardestijging van de gronden verwachtte. Men wilde in elk geval wachten
tot de opheffing van de wet op de vervreemding van landbouwgronden, wat inmid
dels op 1 januari 1963 is gebeurd. Daarna heeft het waterschap niets meer
laten horen. De gemeente zou graag over de grond beschikken voor rekreatie-
doeleinden, o.a. een zwembad.
Gelukkig zijn burgemeester en wethouders bijtijds op de ketting gesprongen.
Het waterschap was nl. van plan de gronden aan het Rijk te verkopen.
De heer W.J.Schuil vraagt of de gronden nog niet voor de gemeente verloren
zijn.
De voorzitter zegt dat dit zeker niet het geval is. Er zal nog nader overleg
worden gepleegd.
De heer H.Grootenboer zegt dat men niet meer rekent op strenge winters.
"Vroeger had men zout en zand in voorraad. Nu soms niet meer.
De voorzitter zegt dat men tevoren niet kon bekijken zoveel zout nodig te
hebben. Later was het moeilijk te krijgen. Natuurlijk is het wel zaak zoveel
mogelijk voorzorgsmaatregelen te treffen.
De heer J.A.Dekkers is het er mee eens dat bepaalde maatregelen nodig zïijn.
De zaak moet echter niet overtrokken Y/orden. Een beetje overlast mogen "we
wel hebben»
De heer H.Grootenboer zegt te hebben gehoord dat op de puortweide gebouwd
zou kunnen worden op grond van vervroegde ingebruikneming.