- 4 - Uitgifte grond Onder overlegging van een situatie-tekening stellen "burgemeester en in erfpacht wethouders voor aan de heer J.Poldervaart een perceel grond in erfpacht aan J.Polder- uit te geven aan de Folke Bernadottelaan, deel uitmakende van het terrein, vaart. kadastraal b©kend gemeente Willemstad, sektie D nr. 687, "ter grootte van t 506 m2. De heer Poldervaart heeft bedoeld perceelsgedeelte gevraagd om daar op een houten woning te stichten. Aangezien het bouwplan niet voldoet aan de bouwverordening en de situering van het bouwperceel strijdig is met het gel dende uitbreidingsplan, hebben burgemeester en wethouders besloten adressant een vergunning te verlenen ex art. 20 van de Wederopbouwwet. Een dergelijke vergunning is echter gebonden aan een termijn van tien jaar en behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. De voorzitter stelt voor de grond, onder de gebruikelijke voorwaarden, in erfpacht uit te geven voor de duur van 10 jaar en onder beding dat het raads besluit niet uitgevoerd zal worden, indien de vereiste goedkeuring van het besluit ex art. 20 van de Wederopbouwwet wordt geweigerd. De heer G.N, de Lint vraagt zich af wat de consequentie van dit geval zal zijn. We zullen voorzichtig moeten zijn, omdat er destijds ook moeilijkheden zijn geweest bij het bouwen van de bungalow voor Ir.Swier, De voorzitter wijst er op, dat uitdrukkelijk is gesteld, dat het besluit niet zal worden uitgevoerd als Gedeputeerde Staten de vergunning ex art. 20 van de Wederopbouwwet zullen weigeren. Gezien de situering van de woning op een niet in het oog lopende plaats, zijn wij van mening, aldus de voorzitter, dat er nog wel een woning kan worden ge bouwd, Het college wilde ook goodwill tenen tegenover de menden, die hun be langen komen bepleiten. De heer G.N. de Lint is van mening dat de raad er in feite op gewezen wordt, dat men in gebreke is gebleven voldoende bouwgrond beschikbaar te krijgen. Het komt er op neer, dat we nu op deze manier moeten trachten de zaak op te los sen, ook voor andere gevallen. We moeten proberen voldoende bouwgrond te krijgen bij de stad en niet teveel naar Helwijk kijken. De voorzitter zegt, dat de stedebouwkundige van de gemeente bezig is om het ene te doen en het andere niet na te laten. Helwijk mag niet bevroren worden, maar aan de andere kant zullen we moeten trachten ook hier bij de stad grond te krijgen. De heer G.N. de Lint merkt op, dat er meerdere malen is gezegd, dat Helwijk en de stad naar elkaar toe moeten groeien. Omdat veel mensen liever kort bij de stad wonen, zullen we dus ook aan deze kant moeten beginnen in de richting van Helwijk. De voorzitter zal zo enigszins mogelijk met de wensen rekening houden. De heer A.Kamp vraagt of er nu wel gebouwd kan worden aan de Folke Bernadotte laan, terwijl vroeger werd beweerd dat het niet mogelijk was. De voorzitter zegt, dat het plan van Poldervaart niet uit de toon valt. Daarom wil het college trachten goedkeuring te krijgen. De heer A.Kamp acht het van belang de mensen te helpen, die bij de stad willen bouwen. Enkele mooie bungalows zouden daar ook wel goed gestaan hebben. De voorzitter is het hiermede eens. In het verleden is een plan ontworpen voor bungalow-bouw. Dit plan werd echter niet goedgekeurd, omdat het aanzien van de wallen zou worden geschaad. De heer W.J.Schuil vindt, dat met dit voorstel een precedent wordt geschapen, temeer daar er nog andere mensen zijn die willen bouwen. Maar als het college wil verklaren dat ook andere mensen de kans zullen krijgen om daar te bouwen, dan wil de heer Schuil wel met het voorstel akkoord gaan. De vraag komt echter naar voren, of het gemeentebestuur niet te laat is met het zorgen voor vol doende bouwgrond bij de stad.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1962 | | pagina 48