- 3 -
Ontheffing
Hondenbe
lasting,
Ontheffing
reinigings
rechten.
Ontheffing
straatbelas
ting.
Subsidie
Europese Be
weging.
Op voorstel van burgemeester en wethouders besluit de raad zonder
hoofdelijke stemming!
a, aan de heer J.van Schilfgaarden op zijn verzoek dd. 12 maart 1962 ont
heffing te verlenen van de hem opgelegde aanslag hondenbelasting, belas
tingjaar 1961, ten bedrage van f. 20,-- voor het eerste halfjaar 1961
tot een bedrag van f, 10,--, aangezien van Schilfgaarden pas sinds sep
tember 1961 in het bezit was van een tweede hond 5
b, aan de heer E.G.Polak op zijn verzoek dd, 26 maart 1962 ontheffing te
verlenen van de hem opgelegde aanslag hondenbelasting, belastingjaar
1962, ten bedrage van f, 10,voor het tweede halfjaar 1962tot een be
drag van f. 5faangezien Polak sinds begin maart 1962 niet meer in het
bezit is van een hond.
Op voorstel van burgemeester en wethouders besluit de raad zonder
hoofdelijke stemming aan de volgende personen wegens hun vertrek naar elders
gedeeltelijke ontheffing te verlenen van de hun opgelegde aanslag reini
gingsrechten 1962, oorspronkelijk groot f. 10,--5
1. L.J,Rijndorp, voor een bedrag van f. 9>17i
2. A.M.Flikweert,voor een bedrag van f. 7,50
3. P.Rol voor een bedrag van f. 8,33
4. H.Peper voor een bedrag van f. 7,50;
5. D.J.Penninkhof,voor een bedrag van f. 8,33»
De heer C.Maris heeft bij schrijven van 7 maart 1962, ingekomen 7 maart
1962, verzocht om ontheffing van de hem opgelegde aanslag straatbelasting,
dienstjaar 1961, groot f. 11,12, aangezien zijn in eigendom toebehorende
percelen, kadastraal bekend sektie C nrs, 726 en 727 uitweg hebben op openba
re wegen, gelegen in de gemeente Fijnaart en Heijningen.
Burgemeester en wethouders stellen voor de gevraagde ontheffing te verlenen,
daar uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de aangevoerde bezwaren
juist zijn.
De heer G.N.de Lint vraagt of er misschien meer dergelijke gevallen zijn en
stelt voor dit ambtshalve na te zien en niet te wachten tot betrokkene het
zelf vraagt, omdat niet ieder precies de bepalingen van de verordening kent.
De voorzitter zegt toe, voor zover mogelijk, te laten nagaan of de aansla
gen cruist zijn opgelegd. Het kan echter voorkomen dat later blijkt dat
ontheffing moet worden verleend.
De heer G.N.de Lint vraagt nog of ter plaatse is nagegaan waar de uitweg
precies ligt, daar de laatste jaren verschillende uitwegen zijn gewijzigd,
waarop de voorzitter bevestigend antwoordt.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad de gevraagde ontheffing te ver
lenen.
Bij schrijven van 15 maart 1962 heeft het Hoofdbestuur van de Europese
Beweging in Nederland verzocht om een subsidie.
Gezien het steeds toenemende belang van de Europese eenwording, ook voor het
gemeentelijk bestek, stellen burgemeester en wethouders voor het verzoek in
te willigen door het verlenen van een subsidie ad f. 10,
De heer de Wit meent dat in het verzoek een gemiddelde van f. 15,wordt
genoemd.
De voorzitter zegt dat dit juist is. De gemeenten zijn daar echter niet aan
gebonden. Een gemeente als s-Hertogenbosch geeft bv. ook maar f. 10,
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten een subsidie van f. 10.
te verlenen.
