lenen en wel voor:
Dden Rooijen 8,33
Ed. Buitink 10,42
T. van Herk 8,33
G. Aarts 5»
A. Veenstra 5»
VASTSTEL- Burgemeester en wethouders stellen voor de vergoeding, als bedoeld in art.
LING VER- 101 der Lager-onderwijswet 1920, voor het jaar 1960 vast te stellen als
GOEDINGEN volgtsHervormd Christelijke School: 3843»14; "te restitueren 164,12 en
ART.101 DER Christelijk Nationale School: 3952,56; te restitueren 259,85.
L.O.WET 1920 Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
VERORDENING De voorzitter brengt ter tafel een voorstel van burgemeester en wethou-
HEFFING OPC.ders om het aantal opcenten op de hoofdsom der personele belasting voor
PERS.BEL. het tijdvak 1 juni 1961 tot en met 31 mei 1962 vast te stellen op 150.
1961/62
HERZIENING
UITBREI-
DINGSPLAN
IN HOOFD
ZAAK.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burgemeester en wethou
ders aanvaard.
Aangezien een algehele herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaken
moet worden voorbereid en verwacht kan worden, dat enige terreinen van
bestemming zullen veranderen, stellen burgemeester en wethouders voor te
besluiten, dat een ontwerp-plan tot herziening van het uitbreidingsplan
in hoofdzaken wordt voorbereid,overeenkomstig het bepaalde bij artikel
36, lid 4 van de Woningwet.
De heer G.N. de Lint vraagt, of het ontwerp-besluit juist is geredigeerd,
waarop de voorzitter bevestigend atnwoordt. De herziening wordt nader ge
concretiseerd en te zijner tijd aan de raad aangeboden.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad te bepalen, dat een ontwerp
plan tot herziening van het uitbreidingsplan wordt voorbereid.
ONTEIGENING Nu de publikatie heeft plaatsgehad van de voorgenomen onteigening van een
P00RT1EIDE perceel weiland, plaatselijk bekend als de poortweide, kadastraal bekend
gemeente Willemstad sektie D.nrs. 538/539 door middel van een bekendma
king op het gemeentelijk aanplakbord op 26 november i960 en door middel
van advertenties in de Nederlandse Staatscourant en een tweetal in deze
gemeente verschijnende couranten, respektósrelijk op 30 november, 26 novem
ber en 2 december i960, stellen burgemeester en wethouders voor te beslui
ten tot onteigening van genoemd perceel. Bij het college van burgemeester
en wethouders zijn noch van de zijde van de eigenaar, noch van de zijde
van de pachter, bezwaren tegen de voorgenomen onteigening ingediend bin
nen de daarvoor bij artikel 10 der Wederopbouwwet gestelde termijnen, in
dit geval van 3 december tot en met 24 december i960.
De heer G.N.de Lint merkt op,dat deze onteigening in verschillende achter
eenvolgende vergaderingen ter sprake is gekomen.Er is toen gezegd,dat tij
dens het overleg geen overeenstemming zou zijn bereikt.Mijn zuster vertelde
aldus spreker,dat er praktisch geen overleg is geweest.Van de zijde van de
gemeente is er alleen een brief geschreven,waarin gevraagd werd of zij de
taxatieprijs wilde/Wafea of niet .Verder heeft er geen overleg plaats ge
had. Het spijt me dat dit zo gebeurd is,,Het mes werd op de keel gezet.
De heer A.van der Linden wijst er op, dat in het raadsbesluit is vermeld,
dat geen minnelijke schikking kan worden verkregen.
De heer J.C.Sneep heeft gehoord,dat er taxateurs door één zijde zijn be
noemd,nl. van de kant van de gemeente en acht dit onjuist.^ De voorzitter
zegt,dat er drie taxateurs waren,één namens de gemeente,één namens de heer
Maris en één gemeenschappelijkoWij hebben geen overeenstemming kunnen be
reiken, aangezien de erven Maris tweemaal zoveel vroegen als de taxatie
prijs .Spreker had liever gezien,dat deze zaak bij minnelijke schikking
had kunnen worden geregeld.Ethisch gezien is onteigening eigenlijk land—
roof,maar het algemeen belang moet nu eenmaal prevaleren.
De heer G.N.de Lint leest een brief,door de gemeente verzonden,voor van
13 juni 1960: "Wij verzoeken U alsnog op basis van vrijwilligheid aan de
gemeente Willemstad te willen verkopen het perceel weiland,plaatselijk
bekend als de z.g. poortweideijikadastraal bekend Sektie D, nrs. 538 en
539 voor de prijs van 33.510,overeenkomstig het door de heren de
1nstrt+itfrfridoï'
IltJ U UJ.JUVCU1 I JUliJ. I J