r
- 6 -
GRONDRUIL.
WIJZIGING
KEURLONEN.
De huidige verwarming is onvoldoende en eist veel onderhoud. De plaats
van de school zal in de toekomst waarschijnlijk ongunstig zijn, i.v.m.
de toenemende verkeersfrequentie en het afbreken van de woningen aan
de Stadsendijk.
De heer J.C.Sneep zegt, dat het misschien beter is een nieuwe school
te bouwen.
De voorzitter is het hiermede eens, maar blijkens ingewonnen inlichtin
gen is het niet mogelijk hiervoor goedkeuring te verkrijgen.
onder hoofdelijke stemming besluit men, overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders, de gevraagde medewerking te verlenen
voor het aanbrengen van nieuwe vloeren, het verbeteren van de elektri
sche installatie en voor het aanschaffen van kachels, indien het school
bestuur alsnog een gewijzigd verzoek indient voor het aanschaffen van
oliekachels.
Burgemeester en wethouders stellen voor met de heer A.J.Herwig,
aannemer, alhier, een grondruil aan te gaan. De gemeente verkrijgt hier
door in eigendom een stuk grond ter grootte van 148M2, deel uitmakende
van het perceel, kadastraal bekend gemeente Willemstad, sektie E, nr.
220, gelegen langs de Groenstraat.
In ruil daarvoor moet de gemeente aan de heer A.J.Herwig afstaan 240M2
grond van een perceel, kadastraal bekend gemeente Willemstad, sektie E
nr. 847, eveneens gelegen in de Groenstraat. De gemeente moet tevens
zorgen voor het plaatsen van een afrastering met gaas over een lengte
van ca. 36 M. Door de voorgestelde transactie kan bouwgrond worden ver
kregen voor de bouw van 4 woningwetwoningen aan de Groenstraat.
De waarde van de grond, welke de gemeente in eigendom verkrijgt, be
draagt naar schatting 592,en de waarde van de grond, welke door
de gemeente wordt afgestaan 240,—terwijl de kosten van afraste
ring worden geraamd op 36O,
De ruiltransactie kan dus met gesloten beurs plaats hebben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burgemeester en wet
houders aangenomen.
De raad besloot in zijn vergadering van 1 november i960 bezwaar te
maken tegen de door de adviescommissie voorgestelde verhoging van het
keurloon voor de huisslachtingen, welk bezwaar daarna door de raad van
de gemeente Zevenbergen (centrale gemeente) werd overgenomen.
Nadat de commissie opnieuw advies had uitgebracht, besloot de raad der
gemeente Zevenbergen d.d. 28 april 1961 tot verhoging van het keurloon
voor de huisslachtingen en wel:
1. voor huisslachtingen aan huis geslacht tot ƒ10,--
2. voor huisslachtingen in een bestaande slagerij geslacht tot 8,50
De commissie overwoog in haar advies, dat aan de keuring van huisslach
tingen meer kosten verbonden zijn dan die van normale bedrijfsslachtin-
gen, tenzij de huisslachtingen plaats vinden in een bestaande slachterü.
Zoals bekend, dient elke slachting tweemaal gekeurd te worden. De prak-
ïjk heeft uitgewezen, dat het merendeel der huisslachtingen verricht
wordt door hen, die in de polder woonachtig zijn»
Dit heeft ten gevolg, dat de desbetreffende keurmeester tot tweemaal
toe een boven het gemiddelde liggend aantal kilometers moet rijden om
de keuringen te kunnen verrichten, terwijl uiteraard in verband hier
mede de keuringen ook meer tijd vragen.
Terzake van het bezwaar dat met de verhoging van de huis slachtingen in
het bijzonder de grote gezinnen en de minst draagkrachtigen worden ge
troffen, voert de commissie aan, dat het aantal slachtingen, dat per
jaar gemiddeld per gezin wordt gepleegd, zioh in het algemeen beperkt
tot 1 of 2, zodat van een verontrustende last op grote gezinnen naar de
mening van de commissie niet kan worden gesproken,
Aangezien de raad van de gemeente Zevenbergen het vorenstaande aanvaard
baar heeft geacht, stellen burgemeester en wethouders voor eenzelfde