- 3 - Deze stichting beoogt trouwens ook niet het uitbrengen van advies, doch heeft zakelijke achtergronden,n.l, het opmaken van plannen om in de omgeving van Willemstad rekreatie-mogelijkheden te stichtenzodra zulks nodig isJ3e stichting denkt inderdaad in de richting van een jachthaven als eerste begin. Naast het opmaken van plannen beoogt de stichting ook de mogelijkheden tot exploitatie te brengen. Om de stichting de mogelijkheid te schenken te kunnen starten met de werkzaamheden, heeft de raad eai startsubsidie van f.2.000,beschik baar gesteld, die ook betaalbaar werd gesteld. De bestuursleden van de stichting kunnen geen deklaraties indienen bij de gemeente; wel indien nodig, bij de penningmeester van de stichting, Mr.J.M.van Kempen,dire xteur van de N.V.van Mierlo. Vraag III a. Het zal op prijs worden gesteld als U de raad zoveel mogelijk inlicht over de stand van zaken betreffende de kwestie met de Grontmij. b. In het bijzonder zullen graag vernomen worden de datums van de inkomende brieven van onze advocaat en de datums van de antwoorden daarop. Antwoord: Bij schrijven van 26 februari 1960 deed de advocaat van de N.V. Grontmij aan onze rechtskundige een aanbod toekomen van f.25.000,.Nadat wij daarvan een afschrift hadden ontvangen, hebben wij daartegenover een zeer uitvoerig verweerschrift opgesteld, dat wij per 9 juni 1960 aan onze rechtskundige hebben doen toekomen. Op 5 juli i960 heeft prof. Simons ons verweerschrift met een aantal opmerkingen doorgezonden aan de advocaat van de Grontmij. Laatstgenoemde heeft ons via prof.Simons op 7 juli d.a.v. laten weten, dat hij de stukken zou doorzenden aan de direktie van de Grontmij en dat hij zelf tijdelijk met vakantie zou zijn. Het heeft tot 24 januari 1961 geduurd, eer de Grontmij,via haar advocaat, reageerde op onze stukken, niettegenstaande dat prof.Simons meerdere malen op spoed had aangedrongen. De reaktie was van dien aard, onbevredigend dus, dat ons college daarna een onderhoud (in april) met prof.Simons heeft gehad. Hieruit zal voortvloeien een onderhoud tussen ons ooilege met de president-direkteur van de Grontmij, een bespreking op hoog niveau dus. Wij zijn nu wachtende op enig bericht over de datum, waarop de bespre king kan worden gehouden. Vraag VI In de vergadering van 23-6-196O is besloten een begroting op te maken voor een te bouwen zwembad. Is dit gebeurd en zoja, hoe luidt deze? Antwoord: In het verleden werd reeds een plan tot het stichten van een zwembad opgemaakt, waarvoor enige duizenden guldens werden uitgegeven. Achteraf blijkt alles voor niets te zijn geweest. Aangezien de raad eohter nog geen beslissing heeft genomen waar een zwembad zal worden aangelegd, kan moeilijk een begroting worden opgesteld, afgezien nog van het feit, dat momenteel bezwaarlijk een geschikte plaats kan worden aangewezen. Daarvoor is nog Onvoldoende bekend over de waterstaatkundige veranderingen in en op het Hollandsdiep, vooral met betrekking tot de scheepvaartroute en de gemiddelde waterhoogte en in de winter eventueel het getij-verloop. Een nieuw aan te leggen zwembad zal in ieder geval aan daartoe te stellen eisen en verwachtingen moeten voldoen in een periode, die aanvangt na de diohting van de zeearmen. Ten aanzien van de bestrijding van houtworm e.d. op de zolder van het gemeentehuis, vermeld in de notulen van de vergadering van 1 november 1960 wordt nog vastgesteld dat de heer A.v.d.Linden heeft voorgesteld meerdere maatschappijen te vragen een offerte in te dienen.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1961 | | pagina 30