- 5 -
AAN SC HAF FEIT
SCHILDERIJEN
M.T.V. DE
BEELDENDE
KUNSTENAARS
REGELING.
RONDVRAAG.
Vraag
Antwoord:
Vraag
Antwoord
vastgesteld is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Gedeputeerde Staten
aangenomen.
Burgemeester en wethouders stellen voor met toepassing van de Beel
dende Kunstenaarsregeling over te gaan tot de aanschaf van een viertal
schilderijen. De totale kostea^van deze 4 schilderijen Bedragen 3»600>=
Voor rekening van het rijk komt een bedrag wegens subsidie van 2.700,=
terwijl de gemeente 900,moet betalen.
De gemeente krijgt 1 schilderij in eigendom, terwijl men er drie in
bruikleen van het rijk krijgt.
De voorzitter juicht het voorstel toe en denkt aan een verdere ver
fraaiing van het gemeentehuis. Op een vraag van de heer de Lint, of het
een vakman is, die de schilderijen maakt, antwoordt de voorzitter be
vestigend. De heer de Lint vindt het wel mooi gezegd, dat er 75$ sub
sidie verleend wordt, maar uiteindelijk komt het er toch op neer, dat de
gemeente 1 schilderij koopt, waarvoor het volle bedrag van 900,be
taald wordt, terwijl men de andere 3 in bruikleen van het rijk krijgt,
die eigendom van het rijk blijven.
De voorzitter is het met de heer de Lint eens, maar hoewel het dan geen
subsidie is wat men krijgt, we hebben toch de beschikking over vier
schilderijen.
Hierna wordt het voorstel van Burgemeester en wethouders zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen.
De voorzitter beantwoordt eerst de vragen van de heer Sneep, gesteld
in de vorige raadsvergadering en die onbeantwoord zijn gebleven bij de
schriftelijke beantwoording»
X. In de vergadering van 27 februari 1959 wordt toegezegd, dat het mis
schien mogelijk is een voetpad te leggen achter de woningen aan de
Steenpad, Het college van burgemeester en wethouders zou dit bezien.
Uit de notulen van 27 februari 1959 blijkt, dat de vraag niet betrekking
had op de woningen langs de Steenpad, doch aan de Koningin Wilhelmina-
laan. Gevraagd werd toen o.m. "Kan er een straat worden aangelegd achter
de 18 woningen?"
Inmiddels is gebleken, dat zich achter de 18 woningen een voetpad be
vindt, waarover alle bewoners hun woningen aan de achterzijde kunnen
bereiken. Het pad is weliswaar smal, doch voor normaal gebruik geschikt.
Verbreding is momenteel niet uit te voeren, in verband met de naastgele
gen sloot. Bestrating van het pad zou mogelijk zijn, wanneer de bewoners
met de daarmede gepaard gaande huurverhoging genoegen nemen en de minister
van volkshuisvesting daaraan goedkeuring wil verlenen.
Verbetering en verbreding van het pad zal waarschijnlijk wel mogelijk
zijn bij de aanleg van het sportterrein, waarbij het dempen van de achter
de 18 woningen gelogen sloot overwogen wordt.
XI. In de vergadering van 1-11-1960 heb ik gevraagd of het mogelijk was
dat bij het blok woningen aan de Helsendijk (de eerst gebouwde woningen
naast de Kleuterschool) het stukje grond achter deze woningen aan de
betrokken bewoners zou kunnen worden toegewezen daar het nu door niemand
wordt onderhouden en zodoende vervuilt en daar het hoog tijd was, zodat
het dan bewerkt zou kunnen worden.
Als antwoord daarop kreeg ik "het is in behandeling", doch deze week ben
ik bij één van de bewoners geweest en deze wist niets, wêl over tuin
grond.
Is dit soms verkeerd begrepen
Uit een nadere bespreking is de juiste bedoeling van vraagsteller geble
ken. Inderdaad kan aan de bewoners van de eerste zes woningen een beperkt
stukje grond in gebruik (misschien wel blijvend) worden afgestaan.