- 1 -
Notulen van de vergadering van de raad der gemeente Willemstad
gehouden op dinsdag 30 mei 1961 te 16.00 uur, ten gemeentehuize.
Voorzitter: de Edelachtbare Heer P.B.Bouman Jr.
Sekretaris: de Weledele Heer K. Dane.
Aanwezig de leden: A. de Wit, J.A.Dekkers, C. van Sprang, J.C.Sneep
Dzn. en G.N. de Lint.
Met kennisgeving afwezig de leden: A. van der Linden en C»P.Koekkoek.
-o-o-o-o-
OPENING. Na het uitspreken van het ambtsgebed opent de voorzitter de ver
gadering en heet de leden hartelijk welkom. Het spijt hem dat de her#ij.
A.v.d.Linden en C.P.Koekkoek, wegens ziekte verhinderd zijn deze vergade
ring bij te wonen en hoopt dat zij weer spoedig hersteld zullen zijn.
NOTULEN. Naar aanleiding van de notulen van de vergadering van 1 november
1960 vraagt de heer Sneep hoe het staat met de behandeling van de hout
worm in de zolders van het gemeentehuis» Volgens hem is het de bedoe
ling dat er eerst advies gevraagd wordt aan een onpartijdige deskundige
en prijsopgaaf aan diverse zaken, zulks in verband met de concurrentie
en niet uit wantrouwen. De voorzitter zegt toe, dat dit nader bekeken
wordt
In de raadsvergadering van 1 november werd besloten een stukje grond
aan de Groenstraat te verkopen aan de heer C.W.v.d.Werken. De heer de
Lint vraagt, of betrokkene reeds aan het bouwen is rp dit perceel.
De voorzitter zegt, dat de akte een dezer dagen gepasseerd is, zodat
het niet lang meer zal duren.
(terwijl in de notulen op bladzijde 3 de woorden "dat de prijs van de
(.behandeling van het houtwerk zo hoog mogelijk is" geschrapt zullen worden.
De heer Sneep is ook van mening dat de opmerkingen van de heer van der
Linden over deze zaak niet juist zijn weergegeven. De voorzitter stelt
voor deze kwestie in de volgende vergadering opnieuw te behandelen, aan
gezien de heer van der Linden niet aanwezig is en zijn standpunt dus
niet bekend is.
Naar aanleiding van de notulen van de vergadering van 28 februari
1961 inzake de onteigening van de poortweide, merkt de heer Sneep op,
dat de benoeming van de taxateurs niet juist is. V»lgens hem is het te
doen gebruikelijk, dat de gemeente er een benoeml, de fam. Maris een en
gezamenlijk een. De voorzitter zegt, dat dit ook gebeurd is, zodat er
juist gehandeld is. De heer de Lint is het ook niet eens met de benoeming
van de taxateurs. Volgens hem is het n.l. zo gegaan, dat er 3 taxateurs
door de gemeente aangezocht zijn en er toen tegen een van de heren ge
zegd is, dat hij contact op moest nemen met de fa milie Maris. De voor
zitter zegt, dat de betrokken taxateur dit ook heeft gedaan en er van
de zijde van de familie Maris geen bezwaar was tegen deze taxateur.
De heer de Lint vindt het toch een vervelende geschiedenis, hij
was oorspronkelijk van gedachten dat er met de familie Maris voldoende
onderhandeld was over de prijs, daarom heeft hij ook voor de onteigening
gestemd. Nu blijkt hem echter, dat dit niet het geval is. Volgens hem
heeft de gemeente alleen een brief geschreven Óf men de taxatie-prijs
wilde aanvaarden of niet. Zo niet, dan kon men Overgaan tot onteigening.
Van de zijde van de familie Maris Is er dan é*k geen sprake van, dat
men de grond niet wilde verkopen, maar hij blijft op het standpunt
staan, dat er vanwege de gemeente te weinig onderhandeld is. Wat betreft
het onderhandelen is de voorzitter het piet met de heer de Lint eens.
Eerst heeft men met wijlen de heer H.E .Maris «ver deze zaak gepraat en
later met zijn zoon, de heer J.A.Maris. De voorzitter is echter van
mening, dat, daar men hier' met geld van de gemeenschap omgaat, niet op
een .bed-van f.66.900,— in kan gaan, terwijl de taxatie-prijs f.33»5"IO,