- 18 - RONDVRAAG, De heer G.N. de Lint wijst er op, dat het peil van de nieuwgebouwde wo ningen erg laag is. Sommige staan beneden het trottoir-peil. Ook aan de ontwatering van bouwterreinen zou wat moeten worden gedaan. Het terrein, waarop aannemer v.d.Flier 2 woningen bouwt, heeft deze winter onder water gestaan, hetgeen de woningen niet te goede komt. De keldertjes van de 2 woningen in de Jan van Glymesstraat zijn niet dicht en ruiken erg muf. Waarschijnlijk is er niet voldoende ontluchting aangebracht. Wethouder J.A.Dekkers zegt, dat er inderdaad enkele bezwaren zijn. De architekt moet hierop gewezen worden, aangezien deze zaken hem aangaan. De heer C. van Sprang vraagt, hoe de af wat e ri ng£laats heeft na het tot stand komen van de riolering. De voorzitter zegt, dat dit zal geschieden via de rioolkolken. De heer G.N. de Lint is geschrokken van de lucht bij het koelhuis in de Achterstraat. Achter de schuur liggen enkele tientallen tonnen uien. Dit is niet alleen erg, maar ook ergerlijk. De consequenties van het bouwen van een koelhuis in de gemeente brengen mee, dat men de afval moet afvoeren. Ook is het nodig om de rommel, die in de open rioleringen ligt, op te ruimen. De voorzitter is het hiermede volkomen eens en zal betrokkene een aan schrijving doen toekomen. De heer A. de Wit zegt, dat bij de bakkerij van van Sliedregt een hoop puin ligt. De jeugd maakt er dankbaar gebruik van om het in de sloten te gooien. De voorzitter heeft de politie opdracht gegeven proces-verbaal op te maken. De heer A, van der Linden had graag nadere uitleg over het geval Mittel- meyer. De voorzitter zegt, dat deze kwestie tot de competentie van burgemeester en wethouders behoort. Het betreft hier zelfbestuur, nl. het uitvoeren van de woonruimtewet. Gedeputeerde Staten zullen over deze zaak wel uit spraak doen. De heer A. de Wit merkt op, dat burgemeester en wethouders de woningen toewijzen. De heer C. van Sprang vraagt, wat er terecht is gekomen van de indertijd ingestelde rekreatie-commissie. De voorzitter wil deze en ook andere vragen graag later beantwoorden. Het is niet mogelijk overal direkt een antwoord op te geven. De heer J.C.Sneep stopte om 6 uur 15 schriftelijke vragen in mijn brievenbus, al dus dé voorzitter. Men kan niet verwachten, dat ik die allemaal direkt beantwoord. Om een goed antwoord te kunnen geven, is soms onderzoek nodig. Bovendien wil ik graag overleg plegen met de wethouders. De heer A. de Wit merkt nog op, dat men ook als raadslid de tijd moet nemen om de zaken tevoren te bekijken. De heer C, van Sprang vraagt, of er iets gedaan wordt om de bevolking in Willemstad te houden. Blijkens de statistieken loopt het aantal inwoners terug. Bestaat er een mogelijkheid om de mensen te binden De voorzitter zegt, dat dit punt bijzondere aandacht heeft. We zien de noodzaak in om ook bv. de pendelaars een huis te geven. De heer C. van Sprang informeert, of er in de kom grond beschikbaar is voor het bouwen van woningen. De voorzitter zegt, dat in de Groenstraat en de Achterstraat nog grond ligt, die voor bebouwing in aanmerking komt. De daar staande krotten zullen onbewoonbaar moeten worden verklaard en daarna afgebroken moeten worden. De mogelijkheid bestaat, dat we nog een extra contingent woningen zullen krijgen. De Christelijke Woningbouwstichting heeft een plan ingediend. De heer C. van Sprang informeert, of de kleuterschool aan de Steenpad wordt overgenomen door het schoolbestuur. De voorzitter antwoordt, dat hierover een gesprek is gehouden met het schoolbestuur en de Schoolraad, waarbij alle facetten zijn belicht»

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1961 | | pagina 18