r
7
De in Rotterdam opgedragen werkzaamheden zijn veelvul
dig degenerend en daarom is het noodzakelijk dat de over
heid tracht in de naaste omgeving passende arbeid voor zijn
inwoners te verkrijgen.
De heer G.N.de Lint zegt de pendel niet te hebben ver
dedigd, maar heeft trachten aan te tonen, dat de pendel een
uitvloeisel is van vele fouten. Spreker blijft van oordeel
dat het vertrek van het geboorte-overschot naar de stad een
normaal verschijnsel is. De pendel is ontstaan door de wo
ningnood in de grote steden.
In 1960 moet de landbouw met zo weinig mogelijk arbei
ders concurreren tegen de gehele wereld. De vraag is ech
ter alleen of er werklozen zijn. Zo niet dan heeft het geen
zin in West-Brabant werkgelegenheid te scheppen.
Spreker zegt een voorstander te zijn van welvaartsbe
vordering in de ruimste zin en niet in engere zin. Wanneer
industrievestiging in West-Brabant tot gevolg heeft, dat
de arbeiders uit Rotterdam worden weggehaald, dan is dat
fout. Begrijpelijk is dat velen, die thans in Rotterdam wer
ken, liever in Willemstad wonen.
De voorzitter zegt dat industrievestiging naar het
platteland niet te voorkomen is. De Randstad-Holland kan
geen industrie meer bergen en vestiging van industrie in
de streken ten zuiden van Rotterdam is niet te voorkomen.
De heer A.de Wit zegt dat een groot aantal arbeiders
graag in de nabijheid van de woonplaats werken en het dan geen
bezwaar is, wanneer zij f.10,per week minder verdienen.
De heer J.A.Dekkers zegt dat de heer de Lint heeft
getracht de grondoorzaak van de pendel te zoeken. Voorop
gesteld dient te worden dat door de mechanisatie van de
landbouw tewerkstelling van de arbeiders noodzakelijk bleek.
Wordt de industrie b.v. overgeplaatst van Rotterdam
naar Bergen op Zoom, dan betekent dit voor de Westhoek nog
geen oplossing.
De stichting moet zich niet blind staren op de lijn
Breda-Etten-Oosterhoutwant dan blijft de Westhoek van
Noord-Brabant nog achter.
De heer G.N.de lint zegt dat het gemiddeld gezinsin
komen in West-Brabant het hoogst is.
De heer A.van der Linden merkt op dat bij niet-vergoe-
ding van de reisuren de gezinsinkomsten belangrijk zullen
dalen.
De heer A.de Wit zegt dat de sociale rechten ook niet
juist zijn, omdat bij ziekte geen uitkering wordt genoten
van de reisuren.
De heer G.N.de Lint zegt het geheel nationaal en nuch
ter te willen bezien. Spreker zegt alles te willen doen om
de welvaart te bevorderen, maar voorkomen moet worden dat
voor millioenen wordt geinvesteerd en na de investering zou
blijken dat er geen arbeiders zijn.
De heer C.van Sprang zegt dat na adhesie-betuiging de
stichting een feit gaat worden, maar spreker vraagt zich
af of de vierTgemeenten met de "hvee toegevoegde gemeenten
alles wat de stichting aangaat beslissen te hebben, of dat
de overige gemeenten mee kunnen besturen. o