- m -
De heer C.P.Koekkoek zegt dat alles wacht op de aanleg van
de Provinciale weg.
De heer G.N.d.Lint zegt het idioot te vinden, dat goedkeu
ring is onthouden aan het uitbreidingsplan, tot het houwen van
woningen langs de Polke Bemadottelaan.
De voorzitter zegt toe deze aangelegnheid nog eens te he
spreken ter Provinciale Griffie.
Tot slot vraagt de heer G.N.d.Lint of witte palen kunnen
worden geplaatst langs de uitweg van de Folke Bemadottelaan
hij "De Wingerd", terwijl hij er op wijst dat de heesters en
struiken in de Prins Mauritsstraat gesnoeid moeten worden*
De voorzitter zegt opdracht te zullen verlenen voor het
plaatsen van witte palen. Het snoeien van de heesters en strui
ken zal hekeken worden.
De heer C.v.Sprang vraagt of het geen bezwaren oplevert,
dat geen enkel lid van de raad zitting heeft in de schapencom
missie
De heer G.N.d.Lint vraagt, waarom een lid van de raad in
deze commissie zitting moet hebben.
De heer J.A.Dekkers zegt dat de heer C.Maris Cznindertijd
is benoemd, als vertegenwoordiger van de gemeente. Spreker is
van mening, de huidige toestand te laten voortduren en eerst
dan een lid van de raad te benoemen, zodra een vakature in de
commissie mocht ontstaan.
Verder zegt de heer C.v.Sprang niet in het bezit te zijn
van een reglement van orde van de raad, waarop de voorzitter
antwoordt dat aan hen, die niet in het bezit zijn van genoemd
reglement, een exemplaar zal worden toegezonden.
Tot slot vraagt de heer C.v.Sprang of alle voorzieningen
aan de woning van de Burgemeester thans zijn getroffen.
De voorzitter zegt dat de woning zeer slecht is gebouwd en
zeer vele mankementen zijn geconstateerd.
De heer J,C.Sneep Dzn.vraagt of de thans geconstateerde
fouten een gevolg zijn van onvoldoende toezicht.
De voorzitter zegt dat het weinig zin heeft een schuldige
aan te wijzen.
De heer A.d.Wit zegt, dat hij vóór de bouw reeds heeft ge
waarschuwd, dat de bouwer geen bona-fide aannemer was. Boven
dien is de bouw door Gedeputeerde Staten opgedrongen.
De heer A.v.d,Linden zegt, dat de woning, voorheen bewoond
door de Wed.Moerland-Vis en in eigendom toebehorende aan de
heer G.Sjerp nog steeds niet bewoond is. Sprelser vraagt of er
geen gegadigden zijn voor deze woning.
De voorzitter zegt dat er voldoende gegadigden zijn, doch
aan de toewijzing enkele gevoeligheden verbonden waren, die
eerst nagegaan moesten worden.'
De heer A.v.d.Linden vraagt zich echter af, wie de toewij
zing tegenhoudt. Spreker acht dit van belang, daar de eigenaar
de gemeente aansprakelijk kan stellen voor de huur, wannoer
de schuld van niet-toewijzing bij de gemeente ligt, waarop
de voorzitter antwoordt, dat de eigenaar, de heer G.Sjerp de
toewijzing zelf heeft tegengehouden.
Vervolgens vraagt de heer A.v.d.Linden of het indertijd
door het College van Burgemeester en Wethouders gedaan verzoek
om links van de Voorstraat te parkeren kan worden opgeheven en
de auto's weer rechts te laten parkeren. Als motief voert de
heer van der Linden aan, dat zware vrachtauto's gemakkelijk
kunnen wegglijden en hierdoor een groot gevaar voor anderen
ontstaat.
De heer C.v.Sprang zegt dat het verzoek indertijd gedaan is,
om te voorkomen dat auto's en touringcar's voor de ramen van
de huizen stonden. Bij verandering ontstaat dezelfde toestand
weer* - De heer C.P.Koekkoek