- 3-
17 februari 1958
ONTHEPPING AAN
SLAG BAATBLnASTlN
GEDEEL TELLES ONT-
LEPPliJG AAN
SLAG HSILIGINGS-
HSCHI3N.
WIJZIGING REKENING
JiLGST 195*.
Door de belastingschuldigen A.J.Kruisbeek en Ph.van
Dueren den Hollander, beiden wonende in het buurtschap "Bo
vensluis" is een verzoek ingediend om ontheffing van hun
aanslag baatbelasting over 1957 t.a.v. de tot stand ge
brachte werken n.l. aanleg waterleiding en electriciteits-
voorziening.
De verzoeken zijn echter in december 1957 ingediend,
terwijl de termijn tot voorziening reeds op 11 september
j*1. was verstreken.
Niettegenstaande dat, acht het college van burgemees
ter en wethouders het onbillijk, dat bewoners van de Oostdijk
en Bovensluis vrijgesteld zijn van de belasting van de baat
belasting, voor de aanleg van het waterleidingnet, terwijl
adressanten, die in de onmiddellijke nabijheid van de vrijge
stelde percelen wonen, niet vrijgesteld zijn.
De heer A. de Wit zegt, dat de opgelegde aanslagen vrij
hoog zijn. Spreker zegt, dat de bev/oners meer aan baatbelas
ting betalen, dan aan kosten van verbruik van water en
licht.
De heer K.Verhagen vraagt of het perceel van de heer
Ph.van Dueren den Hollander een onderdeel is van het plan
van de polder "De Ruigenhil", waarop de voorzitter bevesti
gend antwordtAansluiting van het perceel van van Dueren
den Hollanderop het waterleiding-net zou te grote kosten
met zich meebrengen.
De heer D.van de Ree vraagt of alle pogingen, om de
belasting ongedaan te maken zijn gestrand.
De voorzitter zegt, dat Gedeputeerde Staten onder geen
enkele voorwaarde de baatbelasting ongedaan willen maken.
Toch olijf o he o een onbillijkheid, daair de bewoners van
Noord-Oest polder ook geen baatbelasting betalen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt beiloten adressanten
in hun verzoek me fc—ontvankelijk te verklaren en de voorzit
ter te machtigen, bij Gedeputeerde Staten alle stappen te
zullen ondernemen, om de baatbelasting ongedaan te'maken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt beslaten de heer J.
de Rover, gewoond hebbende te Willemstad, gedeeltelijke ont
heffing te verlenen van zijn aanslag reinigingsrechten over
het belastingjaar 1957, tot een bedrag van f.o,88 wegens
vertrek naar elders.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben bij schr i-
van 8 januari 1958, G.no.28850, Ille afd. enkele aanmerkin
gen gemaakt op de gemeente-rekening, dienst 1954.
V+°r?itteï Tra> of de raad er mee kan instemmen,
word?afgedaan" 00lle«e van Durgemeeater en wethouders
Ae®r A,de zegt» dat Gedeputeerde Staten het
noodzakelijk achten, dat ten aanzien van de dienstreizen
nodige soberheid wordt betracht. dienstreizen de
N. S. 17192 II