- 7 -
De aflossing zal in haar geheel geschieden na verloop van 12^
jaar.
RONDVRAAG.
Tijdens de rondvraag vraagt de heer A.de 7it of het mogelijk is
de putten in de Landpoortstraat nabij de R.K.Kerk te herstellen.
De voorzitter zegt, dat door de P.T.T. dit werk is uitgevoerd
in eigen beheer, doch aan de P.T.T. zal een brief worden geschre
ven om de bestrating opnieuw te herstellen.
Vervolgens vraagt de heer de Wit naar de uitweg naast de 8
woningen in de Groenstraat. De wed.de Rover ondervindt veel over
last van vuilnis, dat nabij haar woning wordt gedeponeerd en
spreker dringt er op aan, dat hierin spoedig verandering komt.
De voorzitter zegt, dat hij persoonlijk deze aangelegenheid in
ogenschouw heeft genomen en dat het voor de bewoners van de
Groenstraat een groot gemak is, dat zij niet via de Hofstraat of
Raadhuisstraat naar de winkels op de Voorstraat behoeven te lopen.
Spreker zegt tee in de eerstvolgende vergadering van het college
van burgemeester en wethouders na te gaan of het mogelijk is een
uitweg aan te leggen, voorzien van puin en grind.
De heer G.N.de lint zegt, dat in de Voorstraat levensgevaar
lijke putten voorkomen, doordat benzine- of olietanks worden in-
en uitgegraven.
De voorzitter zegt, dat aan de stra&ten de laatste jaren wei
nig aandacht is besteed, omdat steeds gewacht is op de uitvoering
van het rioleringsplan, waardoor dan gelijktijdig de straten kunnen
worden hersteld. Spreker geeft toe, dat dikwijls in de straten
wordt gegraven, zonder dat het college van burgemeester en wet
houders of de gemeente-architect hiervan op de hoogte is.
De heer C.P.Koekkoek vraagt of het inderdaad juist is, dat
auto's enz.links parkeren op de Voorstraat, daar hij getuige is
geweest van een meningsverschil fussen twee chauffeurs.
De voorzitter zegt, dat de postcommandant heeft geadviseerd
borden te plaatsen, doch spreker zegt een hekel te hebben aan
verkeersborden enz. wanneer plaatsing niet beslist noodzakelijk is.
De postcommandant zal echter nagaan of het plaatsen van borden
al dab niet verplicht is en het college van burgemeester en wet
houders hieromtrent van advies dienen.
De heer J.A.Dekkers zegt, dat door de heer G.P.Koekkoek een
verlanglijstje is opgesomd, doch dat hieraan het sportterrein
ontbrak en oen speeltuin voor de jeugd.
Do voorzitter zegt, dat van de voetbalvereniging "Kogelvangers"
een schrijven is ontvangen, waarin wordt gevraagd of het plan tot
aanleg van een sportterrein in de mottenballen is gelegd. Spreker
zegt, dat aan de gemeente-architect opdracht is gegeven een
kostenbegroting samen te stellen, Spreker hoopt, dat in 1958
een begin met de aanleg kan worden gemaakt. Het verwijt van de
Kogelvangers is echter ongegrond, omdat het de vereniging bekend
moet zijn, dat het gemeentebestuur geen ijzer met handen kan breken.
Burgemeester en wethouders zullen nu de eigenaren van de bij het
uitbreidingsplan begrepen gronden aanschrijven en hen verzoeken
de grond aan de gemeente te verkopen.
De heer J. Sneep vraagt of het mogelijk is, dat de leden van de
raad in het bezit worden gesteld van de instructie van do ambte
naren, het reglement van orde voor de raad, de politieverordening
enz. Tevens vraagt spreker of het mogelijk is, dat de notulen
acht dagen na de vergadering aan do leden van de raad kunnen
worden toegezonden. - De -