- 7 -
27 juni 1958.
De voorzitter zegt toe de heer D.de Bruin bij zich te
roepen om een oplossing met hem te bespreken, daar de heer
de Bruin absoluut niet onwillig is en begrip heeft voor de
moeilijkheden.
De heer G.N.de Lint zegt dat in de Landpoortstraat een
parkeerverbod geldt voor één zijde, wat niet leuk is voor de
bewoners, daar zij altijd auto's voor de ramen hebben. Spreker
vraagt of het mogelijk is een jaar aan deze zijde en het an
dere jaar aan gene zijde te parkeren.
De heer A.de Wit zegt dat het voorstel van de heer de
Lint niet uitvoerbaar is, met het oog op gevaar voor de uit
ritten.
Vervolgens zegt de heer G.N.de Lint dat het onderhoud
van de plantsoenen te wensen overlaat, met name het maaien
van het gras. Spreker zegt dat het maaien toch met de gras-
maaimachine moet gebeuren.
De voorzitter zegt dat het personeel in de GSW-regeling
dikwijls ziek is en het dan niet meevalt alles bij te houden.
Spreker zegt toe aan de opmerking van de heer de Lint
aandacht te schenken.
De heer G.N.de Lint vraagt, wanneer de toegezegde reke
ning van baten en lasten ten aanzien van het houden van de
schapen ter inzage wordt gegeven.
De voorzitter zegt dat genoemde rekening reeds lange
tijd gereed is en in de eerstvolgende vergadering ter inzage
zal worden gegeven.
De heer G.N. de Lint vraagt of het maaien van de wallen
voor rekening is van de gemeente Willemstad of van de stich
ting "Menno van Coehoorn11
De heer A.de Wit zegt dat het maaien geschiedt door ar
beiders opgenomen in de gemeentelijke sociale werkvoorzienings
regeling.
De voorzitter vult het gesprokene van de heer A.de Wit
aan, door mede te delen, dat de stichting "Menno van (Joe-
hoorn" niet over de nodige financiën beschikt voor het be
talen van de kosten, verbonden aan het maaien van de wallen.
De heer G.N.de Lint zegt, dat wanneer het onderhoud
van de wallen toch door personeel van de gemeente gebeurt,
het beter is nog enkele schapen te kopen.
De voorzitter zegt dat het probleem blijft bestaan, waar
de schapen gedurende de wintermaanden ondergebracht moeten
worden.
De heer A.de Wit adviseert in het voorjaar de schapen
te kopen en in het najaar weer te verkopen.
De heer H.Grootenboer vraagt of het eerdergenoemde sa
mengestelde witboek enkele dagen aan de leden van de raad
ter bestudering ter inzage kan worden gegeven.
De voorzitter zegt zich met het voorstel van de heer H*
Grootenboer volkomen te kunnen verenigen.
De heer K. Verhagen zegt dat bij de brandweergarage twee
zitbanken liggen en vraagt of deze banken bij het Hollands
Diep kunnen worden geplaatst t.b.v. de ouden van dagen, waar
op de voorzitter antwoordt hiertegen geen bezwaar te hebben.
Niet meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergade
ring.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der
gemeente Willemstad van 10 juli 1958.
De sekretaris, De voorzitter,
N. S. 17X92 II