Onteigening ge- ïdëelTë Tuin Vaü ONTHEFFING REINIGINGS RECHTEN. VERDAGING BE- SLISSING VER- GOEDING ART. P13,L.O.y/ET 1920. WyZIGING BE- GROTING 1957. A. RUITENBERG. - 3 - 27 juni 1958. o. Idem van burgemeester en wethouders der gemeente Fin- sterwolde, om adhesie te betuigen aan de suggestie van de zeven geleerden t.a.v. de kernexplosies. De stukken a t/m n worden zonder hoofdelijke stemming voor keniisgeving aangenomen, terwijl op het stuk, genoemd onder letter _o, afwijzend wordt beschikt. Wegens vertrek naar elders wordt gedurende de periode van 1 mei tot en met 31 december 1958 ontheffing verleend van de aanslag reinigingsrechten aan de belastingschuldigen L.M.Elenbaas en W.Kooijman. Door de heer R.Ruiten is een verzoek ingediend om een vergoeding, als bedoeld in art.13 der L.O.wet 1920. Daar het onderzoek ten aanzien van de inkomsten nog niet is beëindigd, wordt zonder hoofdelijke stemming beslo ten de beslissing op het verzoek te verdagen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot wijziging van de begroting voor het dienstjaar 1957. Om het bouwplan "Grimhoek" ca. te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk, datdoor de gemeente een gedeelte wordt onteigend van de tuin, in ei/gendom toebehorende aan de heer A.Ruitenberg. De aangrenzende eigenaren hebben zich bereid verklaard medewerking te verlenen aan de uitvoering van genoemd bouw plan, doch de heer Ruitenberg, heeft vanaf den beginne zijn medewerking geweigerd, Zelfs de wethouder, die namens het gemeentebestuur wenste te onderhandelen voor de aankoop, werd zeer onhebbelijk behandeld. De heer Ruitenberg heeft de navolgende bezwaren aange voerd: "Door 21 m.grond af te staan, zijn wij niet alleen geheel on ze tuin kwijt, maar worden wij tevens geweldig belemmerd in de uitvoering van ons bedrijf. Sinds geruime tijd bestaan er plannen tot uitbreiding en vernieuwing van de schuur welke op ons erf staat, momen teel is het zo, dat wij grondstoffen zoals kunstmest e.d. bij derde hebben ondergebracht, dit bij gebrek aan ruimte. Bij vergroten der schuur blijft er achter die schuur totaal geen ruimte meer over. Er leefde bij ons altijd de hoop dat er na het dempen der sloot achter ons terrein, een weg zou worden aangelegd, waarop wij een uitgang zouden krijgen, zo'n plan zou voor ons aantrekkelijk zijn geweest, vooral met het oog op in de toekomst aan te schaffen aanhangwagen. Door één in en uitgang te hebben, welke nog te smal is, zal het veel chauffeurskunst vragen hier een wagen met aan hang in te laveren, afgezien van een eventuele verkeers opstopping. Het is onze dringende wens dat U het gemeenteplan wilt her zien, met een belangrijk minder aantal meters genoegen zult nemen, en ons een vrije achteruitgang, geschikt voor vracht auto met aanhangwagens, zult garanderen. Daar wij er van overtuigd zijn dat ons, zakelijk, belang, ook Uw gemeentebelang is willen wij U met de meeste klem ver zoek in te willigen!' N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1958 | | pagina 37