- 5 -
24 mei 1958.
Eerst de verschrikkelijke oorlogsjaren, met daarop de "be
vrijding, een kapot geschoten Willemstad, daarna de windhoos
over Willemstad, een ieder weet wat de Kerkbrand was, daar
op de verschrikkelijke waterramp, nog maar enkele maanden
geleden, in een kort bestek drie levens zo maar midden uit
hun werk weggenomen, dit alles mijnheer de voorzitter is de
slaande Hand Gods en het lijkt er wel op dat het niets tot
de mensen spreekt.
Het is te hopen dat God het verhoede mijnheer de voorzitter,
maar moeten er eerst nog zwaardere slagen vallen op Willem
stad, voordat men als vrienden met elkaar kan leven?
En nu staat U mijnheer de vporzitter, als destijds eens Mozes|
aan het hoofd van deze bevolking, om die te leiden. Een
zeer moeilijke taak, die U te vervullen heeft. Ik hoop dat
God U wijsheid en kracht hiervoor moge schenken.
Tenslotte mijnheer de voorzitter, ons college hestaat uit
zeven raadsleden, waarvan twee wethouders.
Het staat vast dat er van de thans zittende heren er drie
niet terug keren in de nieuwe raad, waarbij ook zijn begre
pen de beide wethouders.
Voorop wil ik stellen het eens te zijn met het prae-advies
van burgemeester en wethouders.
Toch stel ik voor mijnheer de voorzitter, dat na de instal
lering van de nieuwe raad met september a.s. en met twee
nieuwe wethouders uit hun midden, zij zich beraden over
het benoemen van een commissie voor deze kwestie.
Er komen nieuwe heren en misschien dan ook wel nieuwe
wetten.
Ook zag ik graag mijnheer de voorzitter,, als het kan, dat
wij op de hoogte worden gehouden van de gang van zaken van
al t geen dat door prof.Simons wordt gedaan om tot een op
lossing te komen."
In antwoord op de rede van de heer H.Grootenboer ant
woordt de heer A.de Wit, dat hij in zijn verkiezingspamflet
de balans heeft opgemaakt, naar aanleiding van het verkie
zingspamflet van de Anti-Revolutionnaire Partij in 1953 en
dat alles wat in zijn verkiezingspamflet waar is.
De voorzitter zegt dat het hem genoegen doet dat hij ook
de gelegenheid heeft wat van het verkiezingspamflet van de
Partij van de Arbeid te zeggen.
Spreker zegt dat het hem is opgevallen, dat wethouder
C.Maris Czn werd aangevallen ten aanzien van de door hem
bewoonde houten woning. Spreker maakt de heer A.de Wit er op
attent, dat door wethouder C.Maris Czn de door hem bewoonde
Zweedse woning is gekocht en niet toegewezen is door het
collie van burgemeester en wethouders. Het heeft spreker
verwonderd dat de heeroSchuil niet wordt aangevallen in het
verkiezingspamflet, daar deze persoon een houten woning be
woond, toegewezen door het college van burgemeester en wet
houders en geen rampslachtoffer is.
De heer de Wit heeft meegevochten om de Zweedse woning
toe te wijzen aan de heer N. Stam, terwijl hij schande heeft ge
sproken dat de z.g. geschenkwoningen f.13.000,= per stuk
kosten, aldus de voorzitter, In zijn verkiezingspamflet stelt
hij het geheel anders.