- 2 - 24 mei 1958. Door het college van burgemeester en wethouders is het navolgende prae-advies uitgebracht: "Door beide voorstellers wordt in Hun overwegingen gesteld dat nog niet is beslist over de vraag door wie de schade, geleden door de gemeente Willemstad, dient te worden vergoec In de vergadering van de raad op 13 september 1957 werd echter vastgesteld dat het oordeel daarover in de eerste plaats berust bij de rechtskundig adviseur der gemeente,prof mr.D. Simons te s-Gravenhageomdat deze bij uitstek in staat is daarover een oordeel te vellen. Bovendien had ons college reeds bij schrijven dd.13 oktober 1955 de N.V. Gront Mijaansprakelijk gesteld. Na toezending van alle beschikbare bescheiden, zowel de in 1953 met de Gront Mij.gevoerde correspondentie, als de ten slotte gewezen vonnissen tegen de aannemer Harmsen en de opzichter der Gront Mij. A.P.Varel, heeft prof .mr. Simons kennis genomen van de inhoud daarvan. Vervolgens heeft prof. Simons als zijn conclussie gesteld dat de N.V.Gront Mij. aansprakelijk dient te worden gesteld op grond van de artikelen 1401 en 1403 van het Burgerlijk Wet boek en bovendien op grond van de wanprestatie^ door voor noemde Mij. gepleegd jegens de gemeente, bij de uitvoering van de met deze maatschappij gesloten overeenkomst. Daarna hebben wij profSimons verzocht ons daarover een ad vies, bedoeld in artikle 233 der gemeentewet te willen ver strekken, opdat wij Uw raad konden voorstellen een rechts geding aanhangig te maken (onder goedkeuring van gedeputeer de s'taten) Prof. Simons gaf er echter de voorkeur aan de Gront-mij. eerst in de gelegenheid jbe stellen bij minnelijke schikking over de terugbetaling aan de gemeente te laten beslissen, aangezien de rechter(rechtbank) het z.g. "rauwelijks dagvaarden" in het algemeen minder juist acht. Bovendien meende prof.Simons dat het niet uitgesloten mag worden geacht, dat de Gront Mij. vatbaar is voor het treffen van een minnelijke schikking, zulks op grond van rechtelijke beslissingen in kwesties als deze, in de loop van de laatste jaren. Inmiddels heeftprof. Simons dan ook een concept-schrijven ge reed gemaakt, waarin de N.V.Gront Mij.gedurende één maand de gelegenheid wordt geboden aan de vordering van de gemeen te voldoen, (een exemplaar van dit schrijven wordt hierbij overgelegd) Het voorafgaande samenvattende, komt het dus hierop neer, dat de vraag wie aansprakelijk moet worden gesteld voorname lijk ligt in handen van de rechtskundige der gemeente, aan gezien gedeputeerde saten nimmer goedkeuring zullen hechten aan een raadsbesluit tot het voeren van een rechtsgeding, indien dit besluit afwijkt van de inhoud van het rechtskun dig advies. In verband daarmede hebben wij het voorstel van de heren de Wit en van de Ree voorgelegd aan Prof.Simons, die ons mede gedeeld heèft het niet "verstandig" te achten zijn werkzaam heden in de onderwerpelijke aangelegenheid te doorkruisen door een raadsbesluit van een strekking als door devoorstel- lers bedoeld. Mitsdien stellen wij Uwen raad voor het voorstel niet te aanvaarden. X. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1958 | | pagina 30