RONDVRAAG.
- 8 -
27 maart 1958.
Voor het onderzoek van deze nieuwe algemene politiever
ordening wordt een commissie ingesteld "bestaande uit de he
ren H.Grootenboer, A.de Wit en K.Verhagen. De leden van de
commissie zullen alle stukken thuisgestuurd krijgen. De sekre-
taris zal te zijner tijd een vergadering van de commissie "bij
eenroepen.
De heer D.van de Ree vraagt wanneer de duplexwoningen
worden opgeschilderd. De mensen wonen er nu twaalf jaar in.
Sommigen zijn zelf aan het schilderen gegaan anders keken ze
nog tegen de grondverf aan.
De voorzitter vraagt in de volgende raadsvergadering
een definitief antwoord te mogen geven, omdat hij niet weet
hoe groot de reserve thans is.
Volgens de heer D.van de Ree is er bij de 15 woningen
en de duplexwoningen een kruiwagen grint gebracht. Hij vraagt
nog meer grint te willen brengen, omdat éen kruiwagen onvol
doende is.
Nu er meer werkloosheid heerst zou de heer van de Ree
gaarne zien dat het nieuwe sportveld wordt aangelegd. De
voorzitter zal informeren of de mogelijkheid bestaat het
project uit te voeren.
De heer G.N.de lint vraagt of de goedkeuring van gede
puteerde staten voldoende is, waarop de voorzitter bevesti
gend antwoordt.
De heer D.^an de Ree vraagt naar de kolentoeslag voor
ouden van dagen.
De voorzitter deelt mede, dat het bedrag voor kolen-
toeslag, dat volgens de begroting 1957 nog beschikbaar was,
naar verhouding aan de ouden van dagen is uitbetaald. Voor
1958 is ernog geen geld over. Burgemeester en wethouders
hebben gemeend een bedrag beschikbaar te moeten houden voor
het einde van het jaar. Vooral als de winter in het begin
van het jaar niet streng is. Bovendien is er een begrotings
tekort, zodat zuinigheid betracht moet worden.
De heer D.van de Ree is van mening dat de verstrekte
kolentoeslag wordt terugbetaald door het rijk.
De voorzitter zegt dat dit niet het geval is. Eigenlijk
is het een rijkszaak. Het staatspensioen moeit voldoende zijn
om kolen te kunnen kopen.
De heer A.de Wit merkt op dat alleen de kolentoeslag
welke aan werklozen wordt uitgekeerd door het rijk wordt ver
goed. Er zijn gemeenten, die op deze basis ook aan anderen
kolentoeslag verstrekken.
De voorzitter kan zich voorstellen, dat in gemeenten,
die ruimer in hun financiën zitten, zulks mogelijk is. Hij
stelt voor op deze zaak terug te komen tegem het einde van
het jaar of wanneer de begroting voor 1958 is goedgekeurd
door gedeputeerde staten en in het vervolg een bedrag op de
begroting uit te trekken.
De heer H.Grootenboer meent te weten, dat de voorzitter
gezegd heeft dat de aannemers, die kabels in de straten heb
ben gelegd, de straten ook zouden herstellen. Op de Voor
straat is men wel bezig geweest opnieuw te bestraten, maar
het resultaat is niet bevredigend.
N. S. 17192 II