- 10 - 17 februari 1958 1§. Spreker zegt, dat bij overtuigd is van de onbillijkheid t. a.v. de baatbelasting, doch Gedeputeerde Staten onder geen enkele voorwaarde de baatbelasting ongedaan wensen te maken. 2e.Een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de scha penhouderij zal in de eerstvolgende vergadering ter inza ge worden gelegd, 3e. Door het aanbrengen van hoger gaas, zullen de eenden in hun bewegingsvrijheid op de weg worden beleramérd. De heer A.de Wit heeft schriftelijk gevraagd of reeds afschriften zijn ontvangen van stukken betreffende de door H.H.Harmsen ge pleegde fraude. De voorzitter vraagt welke stukken de heer de Wit be doeld, waarop deze antwoord, dat hij de afschriften van de vonnissen bedoelt. De voorzitter zegt dat de door de heer de Wit bedoelde vonnissen zijn ontvangen, doch verder geen stukken zijn ont vangen. Deze stukken worden te zijner tijd ter inzage aan de raad verstrekt. Verder zijn~§root aantal stukken doorgestuurd! naar de rechtskundig adviseur, Mr.Br.D. Simons en na ontvangst van zijn advies, zal de beslissing van de raad worden gevraagd ten aanzien van het te voeren rechtsgeding. Tevens is enkele weken geleden een aantal beslissingen ontvangen van het Ministerie van Financiën, over de vastge stelde vergoeding in de kosten van herstel van de stormvloed- schade. Daar het college van burgemeester en wethouders met deze^ vergoeding niet akkoord kon gaan, is direkt beroep aan getekend, tegen de vaststelling der vergoedingen. Ter^ sekretarie wordt een overzicht samengesteld van de gedane uitgaven, het gefraudeerde bedrag en de vastgestelde vergoeding en zodra dat gereed is, zal getracht worden deze stukken in de eerstvolgende vergadering ter inzage te ver strekken. Het vervaardigen van afschriften van de onderhavige stukken voor de leden is niet doenlijk, daar dit een enorm werk is. De voorzitter zegt er geen bezwaar tegen te hebben, wanneer van ee onderwerpelijke stukken aantekeningen worden gemaakt. Tevens acht de voorzitter het gewenst in het openbaar kritiek uit te oefenen op de gang van zaken, ten aanzien van het door de heer Harmsen ingediende gratieverzoek, wat nu reeds meer dan een half jaar geleden is ingediend. neer H. j-rootenboer zegt dat het hem is opgevallen, dat aan de Stadsend^jk en in de polder een aantal"woningen leeg staan, terwijl er nog steeds woningzoekenden in de gemeen, te zjjn. ,-De voorzitter zegt, dat de heer Grootenboer, waarschijn- Ljjk de ^dienstwoningen bedoeld van de heren C.van Sprang, J. Dane, 0van Dalsen en de villa van de heer P.Bom. opreker zegt, dathet college van burgemeester en wethou ders de landbouwers nimmer z.jn lastig gevallen om de woningen te vorderen en zij hierdoor steeds im de gelegenheid zijn ge weest, een knecht voor hun bedrijf te zoeken. Erger is het snQf]Lp n üa?Seer de lani^ouwers een knecht aannemen en deze na een half jaar weer op straat zetten. Spreker ZijS spreekuur. inêen VeSl narigheid te ondervinden- op

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1958 | | pagina 12