- 13 - 19 december 1957. riolering verstopt raakt. Door C.den Hollander is hierover geklaagd "bij de gemeente-srchitect, maar alles blijft zoals het is. Wat denkt burgemeester en wethouders aan dit euvel te doen ter verbetering? 4e. Op de hoek van de Voorstraat bij de heer A.Krijger is een verzakking in de klinkerstwaatwelke bij regenvat; vol water staat zodat, als er een auto doorheen rijdt, het water opzij spat, tot ongenoegen van de voetgangers, die daar lopen. Zou dit verholpen kunnen worden? De voorzitter beantwoordt de vragen als volgts 1e. Burgemeester en wethouders zijn van de modderpeel in de Achterstraat op de hoogte, en aanvankelijk was het de be doeling het bedoelde gedeelte te bestraten. Gezien de plannen van de N.V. P.N.E.M. om het transformatorhuisje uit te breiden, is geen bestrating gelegd. Bij de N.V. P.N.E.M. zal worden geïnformeerd,of dat genoemde plannen nog verwezenlijkt zullen worden. 2e. De sloten worden op onregelmatige tijden nagegaan en het losse vuil wordt dan verwijderd. De stank wordt veroor zaakt, doordat het stromende water het verteringsprooes op de bodem der sloot stoort. Een proef met een chemis preparaat om hierin verbetering te brengen is niet ge slaagd, daai? het water teveel in beweging is. De heer A.de Wit merkt nog op dat slechts één oplossing deugdelijk is n.l. de uitvoering van het rioleringsplan. De voorzitter zegt, dat de polder nog steeds geen toe stemming heeft gegeven om door de dijk te graven. 3e. De bewoners in de nabijheid van de heer C.den Hollander storten het vuil voor de rioolbuis. Met de politie zal con tact worden opgenomen, de overtreders te verbaliseren. Nadat den Hollander voornoemd contact had opgenomen met de gemeente-architect, ia hem gereedschap geleend. 4e. Doordat de P.T.T. en de N.V. P.N.E.M. de voorgenomen plannen niet geheel kunnen uitvoeren, is met hetbophalen gewacht, totdat de plannen definitief zijn uitgevoerd. Inmiddels is echter gebleken, dat door de P.T.T. op dracht is gegeven, de putten in de straten te herstellen voor 15 februari a.s. Tevens zal strenge voorwaarden worden gesteld, bij het uitgeven van de vereiste vergunningen. De heer A.de Wit zegt, dat bij de woning van B.den Hol lander in de Molenpad, geen afscheidingspoort meer is, daar de palen verteerd zijn. Door het plaatsen van enkele beton- palen, kan dit euvel voorgoed zijn opgelost. De heer A.de Wit zegt, dat hem ter ore is gekomen, dat het B.B. materiaal verschimmeld is en niet goed wordt bijge houden, en vraagt of hieraan de nodige aandacht kan worden geschonken. De voorzitter zegt, aan de gestelde vragen de nodige aandacht te besteden. Tot slot zegt de voorzitter, dat de riolering, welke onder de woning, bewoond door de heer 0.Lenoir loopt, veel stank veroorzaakt en een haard is voor de ratten. De voorzitter zegt, dat aan de gemeente-architect op dracht is verleend een begroting te maken voor het aanbren gen van een nieuwe riolering. De heer H.Groètenboer zegt, dat er aan de Helsedijk twee lampen van de openbare straatverlichting niet branden en vraagt of verzakking op de grens Helsendijk-Stadsendyk kan worden verholpen.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1957 | | pagina 79