- 7
19 decsmber 1357
SUBSIDIE AAN
DE STICHTINB
MEMO VAN
COEHOORN.
De heer D.van de Ree vraagt of het sportterrein nog door
gang zal vinden, waarop de voorzitter bevestigend antwoordt;
het terrein zal echter niet worden uitgevoerd in de winter
1957/1958.
De heer G.N.de Lint zegt, dat wanneer het sportterrein
goed droog wil zyn, het peil van de waterstand in de vesting
gracht* verlaagd zal moeten worden.
De voorzitter zegt dat het hem niet is ontgaan, dat het
peil van de waterstand meermalen te hoog is, doch een seintj<
aan de gebroeders Groen en het water wordt uit de vesting
gracht geloosd.
Vervolgens vraagt de heer G.N.de Lint of het niet nood
zakelijk is, dat het gehele uitbreidingsplan wordt herzien
zulks met het oog op de uitvoering van het Deltaplan
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot wijziging van
het uitbreidingsplan langs de Folke Bernadottelaan, ten
einde de bouw van een aantal bungalows op het perceel
Sectie D 641 mogelijk te maken.
Door de stichting "Menno van Coehoorn" is een verzoek
ingediend, om een subsidie van f.2500,— uit de gemeente
kas, ten behoeve van het onderhoud van de wallen en de
singels.
De bestendiging van de verschillende onderhoudswerken
aan de wallen en singels, met de daarbij behorende paden
en wandelwegen is voofc deze gemeente van het grootste
belang, doch de begrotingspositie van de gemeente kan
een extra uitgaaf van f.2500,— niet gedogen.
Desniettegenstaande stelt het college vah burgemeester
en wtehouders voor het verzoek in te willigen, onder
voorwaarde echter dat voor deze uitgaaf een verhoging
wordt verleend van de subjectieve uitkering uit het
gemeentefonds.
De heer K.Verhagen zegt dat door de stichting een
nadelig saldo is geraamd van f.2302,— en vraagt zich af
of het in de aanvraag vermelde bedrag juist is terwijl
een subsidie wordt gevraagd van f,2500,—
De voorzitter zegt dat het gevraagde subsidie-bedrag
juist is daar tegenvallers voor de stichting in 1958
zeker niet zijn uitgesloten.
De heer H.Grootenboer vraagt of het gemeentebestuur
na de subsidieverlening, medezeggenschap zal hebben over
verschillende aangelegenheden, de stichting aangaande.
De voorzitter zegt dat hij in zijn functie als burge
meester, qualitate qua zitting heeft in het hoofdbestuur
der stichting en zodoende medezeggenschap heeft. Het is
echter zo, dat alle voorstellen,welke redelijk zyn, door
het hoofdbestuur worden aanvaard.
De heer H,Grootenboer zegt, dat de vestkant tegen
over de woning van de burgemeester er voor schandaal bij
ligt, terwijl bij het plaatsen van gaas langs de vestkant
de gemeente werd verplicht de kant te onderhouden.
De voorzitter zegt dat het geplaatse gaas niet
hoog genoeg was en daardoor geheel is vertrapt.Van het
onderhoud door de gemeente, zegt de voorzitter niets te
weten.Niettemin zyn er altijd conflicten, omdat het ene
stukje van de Genie is, het andere van de Provinciale
Waterstaat enz.
De heer A. de Wit zegt dat hy graag zijn ongelijk wil
bekennen t.o.v.het doen weiden van koeien in de singel.