- 2 - 28 okt. 1957* Voorzitter leest de aangehaalde brief in zijn geheel voor. Spreker deelt echter ook mede dat met Gedeputeerde Staten nog steeds gecorrespondeerd wordt over de besluiten van de raad tot vrijwillige aankoop van de betreffende per celen. Het moet niet uitgesloten worden geacht - aldus spreker - dat Gedeputeerde Staten hun standpunt wijzigen en alsnog goedkeuring aan de raadsbesluiten van 12 april j.l. zullen verlenen. De heer Verhagen vraagt waarom de convocatie voor deze spoedeièende vergadering van de burgemeester is uitgegaan en waarom deze vergadering belegd moest worden, daar de raad in de vergadering van 13 september j.l. toch aan bur gemeester en wethouders machtiging verleend hebben de ont eigening ter hand te nemen. De voorzitter zegt in antwoord daarop dat de raadscon- vocatie altijd van de voorzitter uitgaait en dat deze verga dering nodig is om aan de wettelijke bepalingen van de we- deropbouwwet te voldoen. Overeenkomstig artikel 10, lid 7 van voornoemde wet moet de raad kennisnemen van het ingeko men advies van de Inspecteur van de Volkshuisvesting en op nieuw besluiten de onteigeningsprocedure voort te zetten. Spreker vraagt nog aan de leden van de raad of er be zwaren bestaan tegen de behandeling van de onderwerpelijke aangelegenheid in deze vergadering. Geen der aanwezige he ren had bezwaren. De heer G.N.de Lint vroeg zich af wat goedkoper was, onteigenen of aankopen tegen de vraagprijs. De voorzitter meende, dat dit weinig verschil uitmaak te, aangezien bij onteigening de bijkomende kosten lang niet gering zullen zijn en ook de grondprijs niet veel lager zal worden bepaald. Spreker deelde mede dat hij een bezoek gebracht had aan de gemeente Spijkenisse, waar reeds grote oppervlakten bouw land aangekocht werden voor woningbouw en waar de prijzen on geveer op dezelfde hoogte lagen dan de door verkopers be dongen koopprijs. Spreker zegt echter dat Gedeputeerde Staten bij grond aankopen advies vragen aan het bureau voor grond en pacht zaken van Ir. Teppema te 1s-Hertogenbosch en aangezien het advies van dit bureau voor onze gemeente niet gunstig is ge weest, zal het niet eenvoudig zijn de goedkeuring van Gedepu teerde Staten te verkrijgen. Spreker zelf acht de vraagprijs van de grondeigenaren niet abnormaal. Om alsnog een gunstige beslissing van Gede puteerde Staten te bevorderen hebben burgemeester en wethou ders een dezer dagen nog een exploitatiebegroting van de te onteigenen percelen aan Gedeputeerde Staten toegezonden. De heer de Lint geeft ook voorkeur aan een minnelijke schikking, boven een onteigeningsprocedure. Spreker stelt voor dat de burgemeester deze kwestie, zo nodig, mondeling gaat toelichten op de provinciale griffie. De heer de Lint stelt vervolgens de vraag of het niet noodzakelijk is het uitbreidingsplan aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. Momenteel zijn uitbreidingen ge projecteerd aan de oostzijde en zuidoostzijde van de kom der gemeente. Spreker acht het beter dat de uitbreidingen aan de westzijde van de stad komen te liggen, aangezien de delta werken en de nieuwe hoofdweg aan die zijde van de gemeente worden aangelegd.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1957 | | pagina 64