HERZIENING- UIT BREIDINGSPLAN KOM DER GEMEENTE. 12 april 1957 Zonder hoofdelijke stemming wordt "besloten op het ver zoek van de heer C. van Hal, om ontheffing van zijn aanslag reinigingsrechten afwijzend te "beschikken. Gedurende de termijn, dat het ontwerp-uithreidingsplan tot wijziging van het "bestaande uithreidi rgsplan voor de kom der gemeente ter inzage heeft gelegd, zijn de volgende bezwaarschriften ingekomen: 1. B. Dane, Steenpad C 216 te Willemstad,dd. 7-3- 57; 2. A. de Mooij, Burg. van Royensingel 14, Zwolle,dd. 12 maart 1957. Naar de mening van ons College raken de door deze heren ingeziende "bezwaren slechts een uit het uitbreidingsplan voortvloeiende onteigening, terwijl zij geen rechtstreekse bezwaren tegen het plan alszodanig naar voren hebben gebracht, Aangezien bij onteigening van de bij het uitbreidings plan begrepen grond een wettelijke vastgestelde regeling voor schadeloosstelling zal worden toegepast, zal aan de door voornoemde heren ingebrachte bezwaren vrijwel geheel kunnen worden tegemoet gekomen. Beide heren beroepen er zich op, dat in het uitbrei dingsplan kom "Helwijk" reeds 7.76.20 ha. van de boerderij "Moria" is opgenomen. Aanvankelijk was dit inderdaad zo, doch na wijziging door Gedeputeerde-Staten is deze opper vlakte met 3.64.10 ha. verminderd. Door de heer Dane wordt overigens nog aangevoerd, dat het perceel, bestemd voor sportterrein ongeschikt zou zijn in verband met de zwaarte van de grond, Na besprekingen met deskundigen is ond echter gebleken, dat vrijwel alle per celen in de polder "De Ruigenhil" aan dit euvel lijden. Het is dan ook de bedoeling, dat voor de inrichting tot sportveld de bovenlaag van het terrein vermengd wordt met zand. De heer G.N. de Lint zegt, de aangevoerde bezwaren te kunnen aanvoelen. Hoewel een behoorlijke vergoeding voor de te onteigenen grond wordt gegeven, gaat het altijd niet om de knikkers, maar om het spel, zoals men weieens pleegt te zeggen. Bovendien betreurt spreker het, dat door de vastgestelde en nog vast te stellen uitbreidingsplannen ongeveer voor 80$ steeds hetzelfde landbouwbedrijf wordt getroffen. Spreker acht het beter, dat eerst de beschikbare bouw grond in de kom der gemeente wordt benut, alvorens goede bouwgrond in beslag wordt genomen. De heer A. de Wit zegt een voorstander te zijn om het plan te herzien. Spreker zegt, dat de grond in de polder "De Ruigenhil" allemaal eender is, dus het argument, dat de voor het sport veld bestemde grond ongeschikt zou zijn, niet aanvaardbaar is op de vraag N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1957 | | pagina 25