- 17 - 28 januari 1957, De heer G.N. de Lint zegt hij de ingang van de kom der gemeente een hordje staat van de V.V.V. met het op schrift de wallen en singels te bezoeken. Spreker juicht de-t ze propaganda toe, maar betreurt het dat de wallen zijn afge sloten en te hebben vernomen, dat de grote singel zal worden afgesloten, om te doen beweiden door koeien. Het is naar zijn oordeel echter onmogelijk koeien te weiden in de grote singel, daar alle bomen zullen worden vernield en het gras voor deze dieren, zeer slecht is. Y/at het rendement van de schapen betreft, zegt spreker ook hiermede niet te kunnen instemmen, doch uitein delijk heeft het geen zin, achteraf te praten. Spreker be treurt het echter dat paden op de wallen eveneens zijn afgeslt ten. In de kleine singel is het een bende. Alleen de daarin staande voederbak is al zeer ontsierend en veroorzaakt een grote modderpoel. De voorzitter zegt dat de plaatselijke vertegenwoor diger van de stichting "Menno van Coehorn" alles in het werk stelt, om de wallen en singels in orde te krijgen. Ook voor hem is de voederbak een ergernis, maar niet mag uit het oog verloren worden, dat de afgelopen zomer wel zeer slecht ge weest is. Het zal niet gemakkelijk gelukken, aldus de voorzit ter, om de grote singel in een goede toestand te doen gera ken en spreker zegt dat over het weiden van koeien in de grote singel vooraf eerst overleg zal worden gepleegd met het gemeentebestuur en de V.V.V. Vervolgens zegt de voorzitter, dat het hem niet be kend is, dat de paden op de wallen zijn afgesloten. Het de vies van de commissie is echter steeds de paden bewandelbaar te houden, door deze regelmatig schoon te maken. De heer G.N.de lint merkt op dat de vreemdelingen de voorkeur geven aan het wandelen op de wallen. De voorzitter zegt hiermede volkomen te kunnen in stemmen, doch de schapen moeten worden gezien als een nood- middel om de wallen in een goede toestand te verkrijgen, daar van de"arbeider van de stichting "Menno van Coehorn". niet verlangd kan worden dat hij de wallen en singels in orde houdt Wanneer het mogelijk ware een tweede arbeider te be noemen door de stichting "Menno van Coehorn" zouden de scha pen ^ii et nodig zijn. Op voorstel van de voorzitter zal de plaaselijk vertegenwoordiger van de stichting "Menno van Coe horn" in de eerstvolgende vergadering worden uitgenodigdzijn zienswijze te geven over zijn plannen om de wallen en singels in een zo goed mogelijke toestand te brengen. Tot slot vraagt de heer G.N.de Lint of reeds een ren geling is getroffen van de afvoer van het afvalwater van de 18 en andere woningen. De voorzitter zegt dat het rioleringsplan zich be vindt bij de Dienst Uitvoering Civieltechnische Y/erken, Aan het plan kan geen uitvoering worden gegeven, omdat niet vol doende arbeidskrachten beschikbaar waren. N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1957 | | pagina 17