28 januari 1957. - 15 - Burgemeester en wethouders hebben geen bezwaar ge maakt tegen het betrekken van de woning, doch hem wel mede gedeeld, dat hij dan niet de eerste jaren op een andere wo ning moest rekenen. Wat is nu het geval, aldus de voorzitter? Ondanks genoemde mededelingen wendt hij zich tot de inspecv teur van de volkshuisvesting. Hij moet eerst bij zijn huisbaas zijn en dan een klacht indienen bij B en W. Ondanks dat alles wordt het door het college van burgemeester en wethouders betreurt,dat de krotten nog in zulk een grote getale worden bewoond, en er voorlopig geen mogelijkheid is, de krotbewoners te helpen. De heer D.van de Ree betreurt het dat de kinderen in krotten moeten wonen. Bovendien worden ook woningen toegewe zen aan hen, die nog niet gehuwd zijn. De voorzitter zegt dat dergelijke toewijzingen in het belang van de gemeente gebeuren. Vanmorgen, aldus de voorzit ter, ontving ik van een inwoner een verzoek om een leegkomen de woning aan zijn werkster toe te wijzen. Deze man, wetende dat de woning aan een ander is toegewezen, kan nu zijn werk ster een afschrift van de brief tonen en de schuld van niet- toewijzing schuiven op de schouders van het college van bur gemeester en wethouders. De heer A.de Wit vraagt wanneer de riolering in de Molenpad is gelegd. De voorzitter zegt dat de desbetreffende begrotings wijziging reeds 7 maanden geleden is ingezonden en ondanks een schriftelijke- en een telefonische rappel is er geen be slissing ontvangen. Tevens geeft de voorzitter een uiteenzetting van de gang van zaken alvorens op een begrotingswijziging het goed- keuringsstempel is geplaatst. De heer A.de Wit zou vervolgens gaarne worden inge licht over het verleggen van een pad, achter de woning, be woond door de heer J.Broere, zonder dat deze mensen van het voornemen van burgemeester en wethouders in kennis waren ge steld. het toeg? tter zegt.dat na de voltooiing der woningen, tt -*• j tuin van de naaste buren is fi"ele£rd Voorheen leverde dit geen moeilijkheden op, doch ni dl woliAg bewoond wordt door de fam. Grootenboer wel. Het is allen be kend, aldus de voorzitter, dat één der bewoners van de fami lie Grootenboer malende is en deze man ergerde zich iedere dag. Zeer binnenkort zal hij weer worden ontslagen uit het krankzinnigengesticht en de voorzitter zegt, niet de verant woording te kunnen dragen, dat door dit onnozele toegangspad een morrd zou kunnen gebeuren. Bovendien is het normaal dat het toegangspad achter de tuin om wordt gelegd, evenals zulks het geval is bij de 15 en 18 woningen. De heer Broeren moest er blij om zijn, dat hij de buren geen overlast behoeft aan te doen. Maar de mensen zijn niet in de wereld om elkaar te hel pen, doch om het elkaar lastig te maken. De heer A.de Wit zegt dat het beter ware geweest, wanneer de betrokken bewoners vooraf van het voornemen in kennis waren gesteld, wat door de voorzitter bevestigend wordt beantwoord. N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1957 | | pagina 15