VASTSTELLING- UIT-
C-AVI
i,.bAA.
LuGER ONDER.; IJS
OVER 1952.
VASTSTDL1IH G OVER-
3Cl Ai IJDIN GDBBD RA G
PER LËËRLIïTG
1348-1952."
5 maart 1956.
De voorzitter is deze mening ook toegedaan, maar
hetgeen op de "begroting van de architect is vermeld,
acht het College van Burgemeester en wethouders noodza
kelijk.
Het verzoek moet na de "beslissing van de raad om
advies naar de inspecteur van het Lager-Onderwijs en
deze kan nog een ahdere mening zijn toegedaan.
De heer A. de Wit zegt in de school te zijn gqweest
en het is absoluut noodzakelijk, dat in de gang en .7.C. s
verwarming wordt aangebracht. Het mag een wonder heten
dat alles in de gang en W.C.'s tijdens de laatste
strenge vorst niet is kapot gevroren.
De heer D. van de Ree zag aan de begroting nog
gaarne toegevoegd het opnieuw betegelen van -de speel
plaats, daar er bij regenachtig weer 6 cm. water voor
de schoolpoort staat.
De voorzitter zegt, dat dit alsnog zal worden be
zien.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten een
crediet te verlenen van f 5000.voor het treffen van
de nodig geachte verbeteringen aan de openbare school
voor gewoon lager onderwijs.
Hu de rekening dienst 1952 definitief is gesloten,
moet op grond van het bepaalde in art. 55 bis der Lager-
Onderwi j swet 1920 de uitgaven van het openbaar gewoon
lager-onderwijs over 1952 definitief worden vastgesteld.
Zonder hoofdelijke steaming wordt besloten de uit
gaven van het openbaar gewoon lager onderwijs over
vast te stellen op f 2291.98.
1952
vast; esteld.
gemeentere-
Ingevolge artikel 55 ter der Lager-onderwijswet
1920 moet per 5 jaar, dus thans 1948 tot en met 1952,
het overschrijdingsbedrag per leerling der openbare
school voor gewoon lager onderwijs worden
Blijkens de bedragen opgenomen in de
keningen over de jaren 1948 tot en met 1952 zijn de
totale uitgaven f 10294.55, terwijl de vergoedingen,
als bedoeld in art. 55 bis een totaalbedrag vermelden
van f 6476.86.
Het totaal arntal leerlingen over genoemde jaren
bedroeg 301dus gemiddeld per jaar 60 1/5 leerling.
Het overschrijdingsbedrag bedraagt dus f 10294.55
- f 6476.86 f 3817.69 60 1/5 f 63.42.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het
overschrijdingsbedrag per leerling der openbare lagere
school over de periode 1948 t/m 1952 vast te stellen
op f 63.42.
liilN W
N. S. 17192 II