stbaateelasting.
WIJZIGING INSTRUC
TIE GEMEENTE-GE-
NEESHEER.
AANWIJZING GEMEEN
TELIJKE LIJKSCHOU
WER.
HERSTEL STORMVLOED
SCHARE ZWEMBAD.
VERORDENING HEREIN
ST^i-
4 -
10 september 1956.
•In verband met inwerking treden van de wet op de
lijkbezorging is het noodzakelijk, dat de instructie van de
gemeente-geneesheer wordt aangepast aan de nieuwe wet, waar
toe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten.
Bij besluit van burgemeestei- en wethouders van 19
maart 1956 werd tot gemeentelijk lijkschouwer aangewezen de
plaatselijke geneesheer G.w.T. Steenbeek.
Ingevolge het bepaalde in artikel 29 i der wet op
de lijkbezorging mag de gemeentelijke lijkschouwer aan de
overledene of aan de moeder van een doodgeboren kind de
laatste twee jaren geen genees-heel- of-verloskundige raad
of bijstand hebben verleend.
Daar door dokter Steenbeek nagenoeg alle inwo
ners behandeld worden, is het noodzakelijk, dat dokter J.A.M.
Bron wordt aangewezen als tweede lijkschouwer.
De heer G.N. de Lint vraagt, of dokter J. Bron
wel aan de eisen voldoet, daar ook door hem patiënten in
Willemstad worden behandeld, waarop de voorzitter antwoordt,
dat dokter Brorf^in dienst is van dokter Steenbeek
Zonder hoofdelijke stemming wordt dokter J.A.M.
Bron aangewezen tot gemeentelijk lijkschouwer.
Tijdens de stormvloed van 23/24 dece: ber 1954 is
aan het zwembadje belangrijke schade toegebracht.
Teneinde het herstel van het zwembad te geraken,
is door het Brabants Watersnood!önds 1954 een bijdrage in de
herstelkosten verleend van f 4922,
Zonder hoofdelijke stemming wordt" besloten een
creaiet te verlenen van' f 4922,tot herstel van het zwem
bad en gelijk bedrag als inkomst te ramen.
De heer K. Verhagen vraagt, of het plan van het
nieuwe zwembad nog lang op zich zal laten wachten en of
door het lange uitblijven van het nieuwe zwembad geen gevaar
bestaat dat Numansdorp een nieuw zwembad zal gaan bouwen.
De voorzitter zegt, dat Willemstad is aangewezen
als recreatie-öord voor Noord-Brabant, dus van Numansdorp
geen gevaar is te duchten.
G Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot
het vaststellen van een verordening op de heffing en invor
dering van een straatbelasting, daar deze verordening per 1
januari 1957 vervalt, met heffingspercentages van 6fo van de
kadastrale opbrengst van de gebouwde eigendommen en 3/ van
de ongebouwde eigendommen.
De heer G.N. de Lint had gaarne een differentie
gezien in de percentages, doch hem is gebleken, dat dit
niet mogelijk is op grond van de wet op de financiële ver
houding.
- zonder -
N. S. 17192 II