HERDENKING N. SM BOUWTOEZICHT AICB- ENAAR BRABANT- ifEST 6 - 29 juni 1956 Spreker komt weer terug op het plaatsen van be tonnen ringen in de sloten. De heer G.N. de Lint vraagt, hoeveel werklieden er bij de gemeente werkzaam zijn. De voorzitter zegt, dat overeenkomstig de sala risverordeningen er drie ambtenaren werkzaam zijn bij open bare werken, n.l. de heren J. Konings, A. de Vos en P. Punt. De heer G.N. de Lint vraagt, hoe het dan met de overige personen staat, waarop de voorzitter antwoordt, dat deze mensen werkzaam zijn ingevolge de gemeentelijke socia le werkvoorzieningsregeling voor landarbeiders en de kosten daarvan door het Rijk worden gedragen. Spreker zegt te begrijpen, waar de heer de Lint op doelt, doch de heer Saarloos wacht op zijn berechting, waarna het voor hem dan mogelijk is,een andere betrekking te aanvaarden. De heer G.N. de Lint zegt, dat het voor de ge meenschap misschien beter is, asl de heer Saarloos elders j werkt De voorzitter zegt, dat de praatjes van de ge meenschap hem niet interesseren, daar zijn hart hem ingeeft, dat de mensen, die in nood verkeren, geholpen moeten worden. De gemeenschap zou het echter liever anders zien en de voorzitter vertelt naar aanleiding van de vragen van de heer G.N,, de Lint de gelijkenis van de barmhartige Sama ritaan. N. plotseling Stam, aldus is over- Zo is het ook geweest met de heer de voorzitter, die door een hartaanval leden. De heer Stam heeft verschillende malen geklaagd, dat het hem door verschillende cursisten lastig werd ge maakt en ook dat heeft aan zijn hart geknaagd. Ondanks de fouten en gebreken, die aan ieder mens bleven, was de heer Stam een prima ambtenaar, zowel voor zijn chefs als voor anderen en het is oen man geweest, die altijd gevochten heeft voor onze inwoners, die oorlogs schade hadden of door de watersnood waren getroffen. Hij lachte op straat, doch had soms gelijktijdig een traan in het oog door de tegenwerking, die hij onder vond. Vaak geven niet-kerkgangers het voorbeeld van een goed, gezond humanisme en blijven de Christenen achter. De heer G.N. de Lint zegt niet geheel met de woorden van de voorzitter te kunnen instemmen, doch er niets meer over wil zeggen, daar de naam van wijlen de heer Stam in het gesprek is betrokken. De heer D. van de Ree zegt, dat de heer Saarloos elders een goed weekloon kan verdienen, daar momenteel vrouw en kinderen de dup© zijn van een laag weekloon. In Rocterdam behoeft hij niet hard te werken. tot slot - N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1956 | | pagina 42