De secretaris, - 10 - 14 mei 1956. Deze "bak wordt om de veertien dagen geledigd en spreker vraagt, of het ledigen ied/ere week kan gebeuren. De voorzitter zegt, dat het met de ophaaldienst niet naar wens gaat. Momenteel wordt het vuil opgehaald met paard en wagen. De enige oplossing zal zijn een gemeenschappelijke vuilnisophaaldienst met andere gemeenten om tot een. effe- ciente oplossing te geraken. De heer A. de Wit zegt, dat het tegelpad voorde 6 woningen zeer ongehjk is, waarop de voorzitter antwoordt, dat hieraan aandacht zal worden "besteed. De heer D. van de Ree vraagt, of er reeds aandacht is "besteed aan de door hem ingediende lijst van ouden van da gen, die naar zijn mening in aanmerking komen voor ontheffin van reinigingsrechten. De voorzitter zegt geschrmkken te zijn van het aantal namen en het is niet mogelijk alle ouden van dagen te ont heffen, doch alleen zij, die het absoluut niet kunnen be talen. De heer D. van de Ree zegt, begrip te hebben voor het feit, dat een aantal personen geschrapt zullen worden, doch de toezegging is gedaan en daam a is er schijnbaar geen aandacht meer aan besteed. De voorzitter verzoekt de heer van de Ree deze aange legenheid met de secretaris te bespteken. De heer K. Verhagen zegt, dat habij zijn woning een groot gat naast de rioolkolk is en vraagt of hiervoor een voorzieningen worden getroffen. De heer D. van de Ree zegt, dat de speelplaats van de openbare lagere school voor de ingang geheel is verzakt en de kinderen bij regenachtig weer over de muur moeten klau teren om de school te kunnen bereiken. De voorzitter zegt, deze aangelegenheid reeds met de inspecteur van het lager-onderwijs te hebben besproken, en bereid is over een half jaar deze aangelegenheid nog eens onder de loupe te nemen. De heer G.N. de Lint vraagt, of in 1956 de polder De Ruigenhil nog van een waterleiding zal worden voor zien. De voorzitter zegt, dat de waterleidingmaatschappij dit werk eerst in 1957 kan uitvoeren, wegens gebrek aan ar beidskrachten. De heer G.N. de Lint zegt, dat diverse landbouwers bereid zijn het graafwerk door hun arbeiders te doen ver richten, waarop de voorzitter antwoordt, dat de waterleiding maatschappij dit bekend is, daar een brief is overhandigd, waarop alle landbouwers hebben getekend. Spreker zegt nogmaals bij de waterleidingmaatschappij op een spoedige uitvoering aan te Aldus vastgesteld Raad der Gemeente ane. djfrr Hooft G.A. van in de openbare vergadering van de Willemstad van 1956. De voorzitter N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1956 | | pagina 36