-6- 27 april 1956 Inmiddels gaat de verontreiniging van polderwater leidingen door afvalwater van de reeds geruime tijd bewoonde woningen door. U wordt ter voorkoming van moeilijkheden beleefd, doch dringend uitgenodigd, het waterschapsbestuur te berich ten, welke maatregelen en binnen welke tijd door U zullen worden genomen, om aan deze verontreiniging een eind te ma ken. Burgemeester enwethouders stellen voor het schrijven van het waterschap"De Ruigenhil" als volgt te beantwoorden: "Naar aanleiding van Uw terzijde aangehaald schrij ven, gericht aan de raad dezer gemeente, dëLen wij U mede, dat bij de behandeling daarvan de raad ons heeft opgedragen U het volgende mede te delen: Daar uit het uitbreidingsplan, zoals dit ter inzage heeft gelegen, niet blijkt op welke wijze de afvoer van het afvalwater zal worden geregeld, is volkomen juist, aangezien het uitbreidingsplan bedoeld een regeling van de bebouwing en de bestemming van de gronden, die in het plan begrepen zijn. Het heeft de raad zowel als ons College getroffen, dat Uw bestuur reeds thans een afwijzende beslissing heeft genomen op een eventueel te verwachten verzoek om ontheffing van de verbodsbepaling, bedoeld in art.4, 1e lid, onder b van de provinciale verordening betreffende de waterhuishou ding. Dit vooral, omdat het tweede lid van het aangehaalde artikel zegt, dat van de verbodsbepaling tot wederopzeggens schriftelijk ontheffing kan worden verleend, terwijl aan die ontheffing slechts de voorwaarden kunnen worden verbonden, welke strekken tot bescherming Iran het belang, waarvoof het vereiste van ontheffing is gesteld. Uw bestuur gaat thans reeds zover, dat elke onthef fing, met welke voorwaarden ook, uitgesloten is. Y/ij vragen ons af, uit welke oorzaak Uw bestuur tot dit standpunt is ge komen. In de loop van de laatste jaren zijn verschillende wo ningen en boerderijen langs de polderwegen gebouwd, die allen hun afvoerwater lozen op polderwaterleidingen. Wij hebben nog nimmer vernomen, dat deze mensen hierdoor in moeilijkheden zijn geraakt. En wat denkt Uw bestuur van de rest van de reeds lang bestaande bebouwing: boerderijen met mestvaalten, pulp- putten etc.verspreide arbeiderswoningen langs wegen en dij- cen en tenslotte een gedeelte van de zeer intensief bebouwde com "Oudemolen". In al die gevallen vindt directe lozing in een pol derwaterleiding plaats, terwijl de door de gemeente gebouw de woningen altijd lozen via een septic-tank. Behalve het vorenstaande kunnen wij nog aanvoeren, dat de gehele dorpskernen van Pijnaart, Zwingelspaan, Heij- ningen en Oudemolen op polderwaterleidingen lozen. -De bewoners-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1956 | | pagina 19